Het gebruik van stroomstootwapens bij het transport en de slacht van varkens is opnieuw onderwerp van gesprek, nu minister Wiersma van Landbouw aangeeft een mogelijk verbod, door haar voorganger nog voorgesteld, te willen bespreken met de veesector. De focus lijkt vooral te liggen op het voorkomen van strengere regelgeving in Nederland dan in de rest van Europa, in lijn met het ‘hoofdlijnenakkoord’. Maar is deze terughoudendheid terecht? De sector onderstreept immers regelmatig dat dierenwelzijn een prioriteit is. Een verbod op stroomstootwapens zou daarom prima passen bij zijn aandacht voor dierenwelzijn.
De varkenssector zet zich in om het welzijn van varkens in de veehouderij te verbeteren. Boeren kunnen via de Productenorganisatie Varkenshouderij (POV) gebruikmaken van welzijnscoaches en advies krijgen over hoe ze hun bedrijven diervriendelijker kunnen maken. Website The Pig Story, een initiatief van POV, benadrukt de betrokkenheid van boeren bij hun dieren: “Goede zorg voor de varkens is waar een varkenshouder altijd mee bezig is. Een varkenshouder doet zijn best om in de basisbehoeften van het dier te voorzien en biedt daarnaast aanvullende voorzieningen die aansluiten op de levensfase van het varken.”
De vertegenwoordiger van de veetransportsector, Vee en Logistiek Nederland heeft een hele campagne opgetuigd om het te laten zien hoe belangrijk ze dierenwelzijn vinden. Op hun campagne site Respectvee.nl staat: ‘We geven om het welzijn van dieren en vinden het belangrijk dat ze met respect behandeld worden’. De veetransportsector heeft richtlijnen opgesteld voor vervoerders. Als een varken stopt en weigert te bewegen dan zegt de richtlijn: ‘controleer obstakels, pas de verlichting aan. Niet mogelijk? Geef het varken wat tijd om te wennen.’ Hierin is gebruik van een stroomstootapparaat niet opgenomen in de richtlijn, zelfs niet in uitzonderlijke gevallen.
Ook in slachthuizen is het gebruik van deze elektrische prikkers nog steeds gangbaar, ondanks de nadelen die dit met zich meebrengt. Slachterijen zouden eveneens tegen het gebruik van deze 'hulpmiddelen' moeten zijn. De kwaliteit van het vlees wordt minder als de dieren extreem angstig zijn, zich verwonden en kneuzingen oplopen.
Slachthuizen zouden er dus zelf belang bij moeten hebben om het gebruik van stroomstootwapens terug te dringen.
En dan de boeren zelf. In zes tot acht maanden zorgen zij voor de biggetjes die uitgroeien tot vleesvarkens van wel 100 kilo. In die periode is de boer verantwoordelijk voor het welzijn van het dier en moet hij of zij volgens de Wet dieren zorgen dat een dier geen onnodig pijn of stress ervaart. Maar deze zorgplicht eindigt niet bij het inladen van de varkens in de vrachtwagen. Juist daarom zouden de boeren moeten protesteren tegen het gebruik van stroomstootwapens. Want het zijn hun varkens die nu worden mishandeld tijdens hun laatste reis naar het slachthuis.
In plaats van te accepteren dat snelheid en efficiëntie leidend zijn bij transport en slachting, is het tijd dat de sector zelf oproept tot een verbod op stroomstootwapens. Met aandacht en geduld kunnen varkens in een veewagen en een slachthuis gebracht worden zonder het gebruik van pijnlijke methoden. Stroomstootwapens zijn een shortcut die onnodig lijden veroorzaakt, terwijl betere training van chauffeurs en slachthuispersoneel juist de kans biedt om het probleem structureel aan te pakken.
De varkenssector heeft de middelen om een humane behandeling van dieren te waarborgen. Door samen op te roepen tot een verbod op stroomstootwapens en te pleiten voor betere training van transporteurs en slachthuispersoneel, kan de sector laten zien dat het welzijn van varkens echt serieus wordt genomen. Als dierenwelzijn de prioriteit is die de sector claimt, dan is het logisch om deze oproep te steunen. Een toekomst zonder stroomstootwapens is niet alleen mogelijk, maar ook in lijn met de principes die de sector al heeft geformuleerd. Het is nu aan de sector zelf om dit krachtig uit te dragen en de minister op te roepen tot een verbod.