Waarom het onbeleefd is om taalbeheersing bij een maatschappelijke discussie erbij te halen
Mag je iemand ooit afrekenen op een taalfout? Mag je bijvoorbeeld in een discussie over willekeurig onderwerp naar voren brengen dat je tegenstander een woord verkeerd gespeld heeft?
Het lijkt mij dat beschaafde mensen zoiets niet doen; net zoals je iemand nooit voor de voeten mag werpen dat hij een raar kapsel heeft. De uitzondering is natuurlijk: als iemand zich erop laat voorstaan dat hij altijd foutloos Algemeen Beschaafd Nederlands spreekt of dat zijn kapsel altijd zoveel beter is dan dat van anderen. In alle andere gevallen is het taboe. Het is onbeleefd en het gaat er bovendien volkomen ten onrechte vanuit dat een fout in het Nederlands iets anders onthult dan wat het is: een ander idee over wat de norm is, of minder belangstelling ervoor.
Er bestaat bijvoorbeeld bij mijn weten geen aangetoonde correlatie tussen het aantal fouten in iemands taalgebruik en zijn algemene intelligentie, de gehechtheid aan zijn moeder of de mate van vaderlandslievendheid. Sommige mensen vinden foutloosheid om de een of andere reden belangrijk en andere niet, precies zoals sommige mensen veel moeite besteden aan hun coiffure en andere niet.
De verleiding is natuurlijk altijd groot, bijvoorbeeld als het gaat om politieke tegenstanders en dan natuurlijk vooral als het gaat om tegenstanders die zich laten voorstaan op hun patriottisme of hun grote belezenheid. Toen George W. Bush nog president was, waren er altijd wel democratische Amerikanen te vinden die zich vrolijk maakten om zijn nieuwste verbale uitglijder. Mark Liberman, van Language Log, de moeder aller taalkundige weblogs, heeft er echter steeds op gewezen dat zoiets geen argument is.
Lelijk In Nederland heb je het ook, de taalkritiek in een discussie die over iets anders gaat. De jonge literator en Propria Cures-redacteur Gerjon Gijsbers wijdde bijvoorbeeld onlangs een beschouwing aan de Facebook-pagina Nederland Mijn Vaderland. Dat is een pagina met enerzijds allerlei romantische foto’s van karakteristieke Nederlandse landschappen (weiland, sloot, molen) en anderzijds allerlei mededelingen over het grote belang van Zwarte Piet voor het behoud van de Nederlandse cultuur, het politieke talent van drs. H. Janmaat en de vreselijkheid van sommige Abrahamitische religies. “ik vind het erg tegenstrijdig,” schrijft nu Gijsbers, “dat juist lieden die beweren zo van hun cultuur en vaderland te houden, hun moedertaal niet beheersen en alleen in een lelijk apendialect lijken te kunnen communiceren.”
Koloniale regime Als ik het goed heb, is Gijsbers een neerlandicus; en hij had dus beter moeten weten. In de eerste plaats beheersen de ‘lieden’ op Nederland, mijn vaderland hun moedertaal natuurlijk wel degelijk tot in de puntjes, net als iedereen. Het ligt in de aard van de mens dat hij onherroepelijk tijdens de eerste jaren van zijn leven zijn moedertaal vlekkeloos leert beheersen. Zo iemand zegt bijvoorbeeld (het voorbeeld komt van Gerson) ’Denk daar maar is over naar’. Dat is even perfect Nederlands als de taal van Gijsbers en van mij, en het een ‘lelijk apendialect’ noemen, getuigt van weinig inzicht in de werking van taal. Later voert Gijsbers ook nog aan dat de mijnvaderlanders ‘hoogstwaarschijnlijk menen dat de Max Havelaar een banaan is’ (zonder mee te delen welke waarschijnlijkheidsrekening hij hier heeft uitgevoerd), om dan een samenvatting te geven in zijn eigen woorden: ‘Het gaat over voorbije tijden, over onze geschiedenis dus, over onze cultuur, over hoe wij Nederlanders met bootjes naar vreemde landen voeren om ons aldaar te vestigen en er de inheemse bevolking te onderdrukken, uit te buiten en te slaan met stokken.’ Ik ben bang dat Multatuli zich zeker in het laatste deel van deze samenvatting niet zou herkennen (hij was vóór het koloniale regime, van het slaan met stokken door Nederlanders wordt geen melding gemaakt).
Verkeerde Maar is dat alles nu niet gezeur? Het is toch juist heel goed dat zo’n jonge schrijver de tienduizenden liefhebbers van Nederland Mijn Vaderland aanpakt? Zij hangen toch een verderfelijke politiek aan? Dat laatste is zeker waar. De toon op de pagina is er een van voortdurend verongelijkte kinderen die jengelen dat allerlei mensen beter dood kunnen zijn, en dan verontwaardigd zijn dat verstandige mensen niet naar dat gejengel willen luisteren. Maar met hun taalbeheersing heeft dit alles bijzonder weinig te maken. Het is onbeleefd om dat erbij te halen.