Internationaal onderzoek toont dat geen enkel Europees land zo trots is op het koloniale verleden als Nederland.
In een moedige zet bood Femke Halsema kortgeleden een algemeen excuses aan voor Amsterdams voorname rol in de slavernij. Maar wat hebben excuses voor zin als op dit moment de helft van het land vindt dat kolonialisme iets is om trots op te zijn? En 94 procent het niet wil bestempelen als iets negatiefs? Kijkt u even naar de grafiek hieronder van een recent Brits onderzoek. Ons land steekt met kop en schouders boven alle andere landen uit, zelfs boven Groot-Brittannië. Dat is ontzettend veelzeggend over de staat van ons publieke debat inzake ons verleden. Nederland is het enige land waar de helft van ondervraagden trots is op het koloniaal verleden. Het bewijst ons onvermogen tot zelfreflectie en, heel belangrijk, ons gebrekkige schoolcurriculum.
Hoe is het mogelijk dat zoveel Nederlanders geen enkel benul hebben van wat kolonialisme andere landen en mensen heeft aangedaan? De vernietiging van economieën, het leed van onderdrukking en de diepe wonden van hedendaags racisme? Wanneer ik bovenstaande grafiek zie voel ik als Nederlander oprechte schaamte naar mijn mede-Europeanen, maar nog meer naar hen wier voorouders komen uit de koloniën. Het onderzoek bewijst dat Nederland haar verleden niet goed aanpakt en het is derhalve niet verbazend dat racisme zo’n ontzettend groot probleem is in ons land. Een probleem dat de afgelopen vijfentwintig jaar enkel erger blijkt te worden. Dat is logisch natuurlijk, als we niet naar de basis gaan van wat racisme nu eigenlijk is en waar dit denkpatroon vandaan komt.
Racisme is een heel recent kwalificatiesysteem dat bedacht werd tijdens het koloniale tijdperk. Om u een voorbeeld te geven: Afrika is genetisch het meest diverse continent ter wereld. Met andere woorden, er is geen continent op aarde waar mensen zoveel van elkaar verschillen als in Afrika. Toch heeft koloniaal Europa recentelijk bedacht dat alle mensen onder de Sahara als “zwart” gekwalificeerd kunnen worden. Allemaal samen gehoopt in één “ras” omdat ze zonnebescherming in de huid hebben.
Het denken dat ‘ras’ en kleur van mensen hun karakter of gedrag beschrijft, is een koloniale naschok, een overgedragen culturele ziekte uit het verleden. Nederlanders van Indonesische, Caribische of Marokkaanse komaf die hier zijn opgegroeid gedragen zich cultureel Nederlands ongeacht hun uiterlijk. En als dat niet het geval is, dan is dat omdat ze anders zijn opgevoed. Het heeft niets met hun biologische uiterlijk te maken.
Toch schrijft men gedrag in Nederland nog steeds toe aan uiterlijke kenmerken. “Zwart”, “licht getint” of “testosteronbommen” zijn termen die altijd nog gelinkt worden aan het biologische uiterlijk van Nederlanders. Waarom doen wij dit nog steeds? Nogmaals, zie bovenstaande grafiek: we zijn in ons land grotendeels ongeschoold in de oorsprong van koloniaal racisme. Ons schoolsysteem heeft het totaal verwaarloosd en daarom komen we nu van heel Europa met kop en schouders als slechtste uit de bus en worstelen we dagelijks met extreme vormen van racisme. Racisme dat zover is genormaliseerd dat in bepaalde hoeken van onze politieke elite men nog steeds spreekt over andere volkeren alsof we in het 19 de -eeuwse koloniale Nederland woonden.
Om het hedendaagse effect van de Nederlandse onwetendheid over kolonialisme aan te tonen, toon ik u een tweede grafiek van een ander, nog recenter onderzoek.
Zoals u kunt zien spant Nederland wederom de kroon. Van alle Europese landen is Nederland het enige land waar de meerderheid tegen vreedzaam antiracisme-protest van voetbalspelers is. Niet verbazend als u het mij vraagt, want we kunnen een direct verband leggen tussen het idee dat kolonialisme en het racistisch systeem dat daaruit voortkwam iets goeds was en een onbegrip voor mensen die tegen racisme protesteren. Inderdaad, als ik zou opgroeien met het idee dat mijn land in het verleden enkel goede daden heeft verricht en niet racistisch is, dan zou ook ik een opstand niet begrijpen.
Dit bewijst de absolute noodzaak van een gedekoloniseerd schoolcurriculum dat durft het verleden te beschrijven zoals het was. Iets wat een Gouden Eeuw was voor koloniaal Nederland was een gitzwarte eeuw voor gekoloniseerde volkeren. Een ramp, een verschrikking. En daar dienen we het over te hebben, de nieuwe generatie zal dit echt moeten weten. Waarom? Om het spook van racisme dat door het land waart aan te pakken en een altijd terugkerend fenomeen blijft als we maar niet willen begrijpen waar het vandaan komt. Al honderden jaren staan politiek leiders op die naar ‘ras’ en huidskleur mensen wegzetten en daar ontzettend populair mee worden. Deze trend blijft zich herhalen omdat we geen flauw idee hebben waar deze denkvormen vandaan komen en hoe we het kunnen veranderen.
Toch toont de eerste grafiek ons ook iets positiefs. Dat onze buren, de Duitsers, het minst trots waren op hun koloniale verleden. Dit heeft ongetwijfeld te maken met Duitslands moed om uitgebreid haar duistere verleden in de ogen te kijken: ze durft het erover te hebben en grondig te behandelen in de schoolboeken. Dit creëert begrip en een empathische doch nederige blik op het verleden van het eigen land.
Dus nogmaals, excuses voor het duistere verleden komend van een enkele politicus is moedig en verdient onze waardering. Maar als het gros van de Nederlanders er niet in gelooft, is het een loos excuus. Beter dan het geven van een excuus zou politieke welwillendheid zijn om de duistere kant van kolonialisme eindelijk uitgebreid te gaan bespreken, zowel publiekelijk als in het school curriculum.