Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Scheffer staat nu dichterbij de Ander, maar blijft wel hangen in verouderd idioom

  •  
26-01-2020
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
936 keer bekeken
  •  
scheffer
Paul Scheffer keek dit weekend in NRC Handelsblad na twintig jaar terug op zijn essay over het ‘multiculturele drama’. Shervin Nekuee, die Scheffer destijds meteen van repliek diende, doet dat ook.
Het verschijnen van Paul Scheffers ‘Multiculturele Drama’ twintig jaar terug herinner ik mij als de dag van gisteren. Mijn gevoelens waren op het oog tegenstrijdig. Enerzijds voelde ik weerstand, waarover ik destijds heb geschreven voor NRC Handelblad.
Anderzijds bracht zijn essay mij een zekere opwinding. Ik was een jonge onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht. Interetnische vooroordelen waren mijn onderwerp. Ik verbaasde mij hoe mijn collega’s hierover alles voortdurend bagatelliseerden. De culturele afstand tussen Nederlanders en grote groepen immigranten, de interetnische spanningen in Nederland, de angst voor de Islam (ja die was er al voor 9/11), het witte racisme, en de homofobie onder een deel van nieuwe immigrantengroepen: het zou allemaal wel meevallen. “Waait vanzelf over”, was de stemming.
Ik was voor het adresseren, problematiseren en aan de kaak stellen van deze zaken, omdat dat de weg is naar een volwaardige immigratie-samenleving. Er bestond echter een grote weerstand om Nederland te zien als een immigratieland met alle daarbij behorende dialectiek en, ja, ook zo nu en dan conflicten.
Dat een publiek intellectueel echt op dit onderwerp inging, was dus winst. Het gesprek kwam dankzij Scheffer op gang. Dat was ook mijn primaire reactie op de opkomst van Pim Fortuyn. De gezapige managementtaal en antipolitiek van Paars was voorbij. De politieke gemeenschap deed er weer toe.
Helaas, een groot deel van de academici die zich destijds bezighielden met ‘multiculturele vraagstukken’ heeft verzuimd om dieper, grondiger en inventiever dan Scheffer in te gaan op de vraagstukken die hij aankaartte. Men heeft de kans laten liggen om door te denken over hoe de dialectiek van de multiculturele samenleving en Nederland immigratieland gestalte moest krijgen. Men was vooral onaangenaam verrast hoe “een buitenstander” er zo makkelijk met hun onderwerp vandoor ging. Scheffer ongelijk geven werd de belangrijkste reactie uit die hoek. Dat was ook de reflex van gevestigde politici op Fortuyn.
Islamofobie, de moord op van Gogh, de opkomst van Wilders, het salonfähig worden van de bruine retoriek van Baudet, de haat prekende imams, Pegida die varkens barbecuet voor moskeeën, en Nederlandse jihadisten: ze zijn natuurlijk niet allemaal het gevolg van de onwil van intellectuelen en politici om op de uitdaging van Scheffer en Fortuyn in te gaan, maar ze hebben er wel degelijk mee te maken.
Zo kwam er ruimte voor oppervlakkig geschreeuw en opportunistische polemisten. Er ontstond een zichzelf herhalende soap waarin men over en weer verontwaardigd is en de slachtofferrol opeist. In die soap zitten we nog altijd. Met de affaire-Fidan Ekiz als meest recente exponent.
Ik kende Paul Scheffer destijds een beetje. Ik heb hem veel beter leren kennen omdat onze wegen elkaar zijn blijven kruisen. Ik organiseerde debatten en lezingen over het onderwerp. Hij is een eloquente spreker en debater maar ook een zeer begenadigde en dienstbare gespreksleider, die kwam als ik een beroep op hem deed. Scheffer is zeer hartelijk in omgang, ook als hij weet dat je het niet met hem eens bent.
De Ander, de immigrant, de moslim, de niet-westerse burger, stond vrij ver van zijn belevingswereld toen hij zijn ‘Multiculturele Drama’ schreef, zo was mijn indruk. Volgens mij heeft hij dit ook zelf toegegeven. Het pleit voor hem dat hij zich naderhand oprecht meer heeft verdiept: niet alleen in cijfers over de immigranten maar ook in de mensen. Ik durf te beweren dat Scheffer nu goed weet over wie hij het heeft, misschien nog wel beter dan veel immigratie-, integratie- en diversiteitsonderzoekers van onze universiteiten en duurbetaalde adviesorganen.
In zijn terugblikstuk is de Ander Scheffer veel meer eigen geworden. Ik vind wel dat hij blijft steken in een klassiek idioom (“land van herkomst versus land van aankomst”, “afgesneden zijn en weer willen bloeien”), dat we kennen uit de boeken van begin 20e eeuw over immigreren naar Amerika. Het door Scheffer geconstateerde “verlies” als beginpunt voor zowel de zittende gemeenschap als de nieuwkomer is in onze tijd achterhaald, en, ja, nog altijd te dramatisch. Enfin, hij heeft tenminste een idioom, dat pleit voor hem. De meeste wetenschappelijke raden en academische beleidsadviseurs die ons de weg zouden moeten wijzen ontbreekt het juist daaraan.
Wat ook voor Scheffer pleit is dat hij de politieke gemeenschap blijft uitdagen om “een plan voor Nederland immigratieland” te maken. Hem kennende komt dat pleidooi niet voort uit een naïeve illusie dat de samenleving helemaal maakbaar is, maar uit het idee dat het samen willen ordenen een waardiger gesprek binnen onze politieke gemeenschap zou opleveren dan de huidige kakofonie van goedkope polemiek.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.