Handhaven is namelijk behalve zeer buitensluitend ook demografisch bijzonder onhoffelijk jegens de tweederde meerderheid van de Nederlanders die niets met het christendom hebben.
Aanstaande donderdag 26 mei vieren wij dat Jezus Christus ten hemel is gevaren.
Uiteraard is deze heugelijke datum een officiële Nederlandse feestdag, waarop veel burgers verplicht vrij krijgen om de Hemelvaart te kunnen vieren.
Wij? Vieren? Uiteraard?
Het tegendeel is waar. Volgens recente cijfers van het CBS behoort nog slechts een derde van de bevolking, 34 procent, tot een christelijk gezindte, 10 procent tot andere geloven. 56 procent van de Nederlanders is ongelovig, atheïst of agnost. De reden dat het Sociaal Cultureel Planbureau onlangs sprak ‘van het einde van Nederland als een christelijk land’.
Daarmee tikt het SCP zichzelf sportief op de vingers omdat het vroeger meende dat de groeiende buitenkerkelijke spiritualiteitsbewegingen wezen op een vorm van ‘religionisering’. Tot vervelens toe, bij monde van SCP-hoofdonderzoeker Joep de Hart, was de conclusie: Er gingen weliswaar minder mensen naar de kerk, maar er waren meer mensen religieus dan ooit! Deze blijde boodschap vatte De Hart, als privépersoon toevalligerwijs gelovig, nog eens kernachtig samen voor het AO-deeltje Meer geloof, minder kerk.
Daarentegen constateert het SCP dit jaar: ‘Hoe dan ook, sinds het begin van deze eeuw lijkt de populariteit van hedendaagse spiritualiteit, net als die van het geïnstitutionaliseerde christendom, in ons land eerder af dan toe te nemen.’
We hebben anno 2022 een pluriforme, diverse samenleving, waarin christenen een van de minderheden vormen. Het einde van Nederland als een christelijk land zou dus ook het einde van officiële, nationale christelijke feestdagen moeten betekenen. Handhaven is namelijk behalve zeer buitensluitend ook demografisch bijzonder onhoffelijk jegens de tweederde meerderheid van de Nederlanders die niets met het christendom hebben.
Overigens, wanneer het om Hemelvaartsdag gaat, is die groep is nog veel groter. Al meer dan een halve eeuw geleden hoorde ik als kind van Synodaal Gereformeerde ouders dat je die ‘vaart’ niet letterlijk moest nemen. ‘Jezus was geen James Bond die als een raket naar boven schoot.’ En dat waren niet de meest progressieve protestanten.
Steeds meer christenen nemen überhaupt al die verhalen over maagdelijke geboorte, kruisiging, opstanding uit den doden, hemelvaart en het spreken in tongen met een korreltje zout en concentreren zich liever op Jezus’ boodschap van naastenliefde en vrede. Zoals ook steeds meer protestanten en katholieken zich distantiëren van de barse houding tegens homoseksuelen, vrouwen en andersgelovigen in de joodse Bijbel, die zij het Oude Testament noemen. Ze werken ook samen met hindoes, joden, boeddhisten, moslims en anderen. Die zullen zij onder de huidige demografische omstandigheden vanzelfsprekend niet meer dwingen hun christelijke feestdagen te vieren.
Kortom, alles bij elkaar lijkt het erop dat de officiële christelijke feestdagen slechts een hobby zijn van twee – natuurlijk werken ze niet samen met de vijand - kleine Gideonsbendes, de protestantse Bijbelgordel en een clubje conservatieve roomsen.
Niets staat dus in de weg dat wij een nieuw systeem van facultatieve feestdagen invoeren. Het zijn er uiteindelijk vijf, want die tweede dagen bij Kerstmis, Pasen en Pinksteren schaffen we natuurlijk af. Juist die tweede dagen vormen een ultieme symbolische buitensluiting van al die niet-christenen.
Iedere burger kan kiezen voor zijn of haar vijf vrije levensbeschouwelijke dagen en de werkgever dient die ongeconditioneerd te honoreren, net als de scholen die de kinderen vrij geven. Dus de Eerste Mei voor mij en voor anderen Suikerfeest, Divali, Wesak, Chinees Nieuwjaar, Pesach en Pasen en die andere vier christelijke hoogtijdagen. Voor elk wat wils. Gemeenten als Staphorst, waar christenen een grote meerderheid in de raad hebben, mogen uiteraard best acht christelijke feestdagen verplicht stellen. Niet omwille van de vrijheid van godsdienst, maar die van de democratie.
Er zijn wel beren op de weg. Net als bij het sneue Sinterklaasfeest en het bijbehorende lullige personage Zwarte Piet zal er onmiddellijk uit de christelijke en rechts-populistische sfeer – CDA, CU en PVV, FvD en SGP - worden geprotesteerd via termen als ‘traditie’, ‘erfgoed’ en ‘godsdienstvrijheid!’
Er zijn ook beren aan de linkerkant van de weg. De intersectionalisten die menen dat de dominante, seculiere witte mannencultuur niet alleen vrouwen, mensen van kleur en lhbt’ers onderdrukt, maar ook moslims en andere religieuze minderheden. Je zou zeggen, juist daarom geen verplichte christelijke feestdagen meer. Maar zo werkt het niet in de intersectionele hoofden.
Daarom ben ik heel benieuwd naar het standpunt hierover van de nieuwe SCP-directeur, Karen van Oudenhoven-van der Zee.