Regelmatig verschijnen er vaak kritisch getinte koppen over de samenwerking GroenLinks-PvdA. Ik licht er enkele uit: “Samenwerking GL-PvdA lokaal geen voldongen feit”, “In grote steden is er twijfel bij GroenLinks en gevaar dat linkse kiezers uitwijken naar kleinere oppositiepartijen”.
In sommige steden schuurt het blijkbaar tussen GL en PvdA en daarover verschijnen allerlei kritische artikelen. De ene keer is de combinatie niet doortastend genoeg, de andere keer is ze te weinig democratisch.
Maar het is een feit dat GL en PvdA de sterkste ledengroei sinds jaren hebben, en dat PvdA en GL samen de meeste leden hebben van alle partijen. Ook is er sprake van verjonging van het ledenbestand. Er is vooral bij oudere leden sprake van enige weerstand tegen veranderingen en het samengaan, maar als het aan alle leden ook op lokaal niveau wordt gevraagd, dan is 80% voor het samenvoegen van de lijsten van GL en PvdA bij de gemeenteverkiezingen van maart 2026.
Tegelijkertijd is het te begrijpen dat als in een bepaalde gemeente GL twee keer zo groot is als de PvdA of omgekeerd, er onrust ontstaat over samenvoeging, en er vrees is voor zetelverlies. Niks menselijks is ons vreemd.
Als vicevoorzitter van de PvdA Noord-Brabant wil ik een inkijk geven in hoe het samenwerkingsproces in onze provincie verloopt. Op de goed bezochte en boeiende provinciale Brabantdag van de PvdA hadden GroenLinks en PvdA een partijbijeenkomst. Er werd een open discussie gevoerd over inhoud, vorm en tijdpad van samenwerking. Beide provinciale fractievoorzitters werden bevraagd over hun ervaringen met de samenwerking. Soms zijn de PvdA’ers groener dan GroenLinks en andersom. Tot een jaar voor de verkiezingen willen we ons nog als twee partijen profileren omdat dit voordelen geeft in de woordvoering. Maar vanaf het jaar voor de verkiezingen gaat men als één fractie verder.
Vanuit de besturen van beide partijen is er een werkgroep in het leven geroepen die in kaart brengt hoe er op gemeenteniveau wordt samengewerkt. Het blijkt dat in 20 van de 56 gemeenten, meestal de kleinere gemeenten, de twee partijen al samen zijn. Er zijn zeker nog 15 plaatsen waar het proces van samenwerking in gang is gezet. Verder zijn er lokale progressieve samenwerkingen waarvan PvdA en GroenLinks deel uitmaken. Hier wordt het gesprek gevoerd over al dan niet samengaan van PvdA en GL als volgende stap in deze samenwerking. Dan zijn er nog gemeenten waar PvdA en GL geen zetels hebben, daar wordt gekeken of het mogelijk is om een nieuwe combinatie GL/PvdA aan de volgende verkiezingen deel te laten nemen. Moeilijker wordt het om samen te werken in gemeenten waar de ene partij deel uitmaakt van de coalitie, terwijl de andere in de oppositie zit, of waar de ene partij veel meer zetels heeft dan de andere. En soms zijn er ook gewone interpersoonlijke spanningen.
Ons motto als werkgroep is, de beweging moet van onderop gedragen woorden, we dwingen niemand en we gaan op verzoek in gesprek. Ook al resulteert dit niet altijd in een gezamenlijke lijst, het leidt in elk geval tot respect voor elkaar.
Samenvattend kan ik zeggen dat ik als kartrekker van tien samenwerkingscombinaties tevreden ben over de wijze waarop we ons als sociaaldemocratische combinatie in het politieke veld profileren. In mijn ogen is dit een voorbeeld van hoe we in de lappendeken van partijen met enorme versplintering weer wat overzicht kunnen scheppen. Om Nederland bestuurbaar te houden is het nodig om van onderop het politieke veld op te schonen en tot vorming van grotere partijen te komen met een duidelijk profiel. Voor PvdA/GL is dat profiel een sociale en duurzame samenleving waar iedereen zich gezien en gehoord voelt. Zonder rood geen groen, en zonder groen geen leven meer op deze aardbodem.