“Ik heb daar over nagedacht en ben tot de conclusie gekomen dat ik dit niet kan oplossen”, zei Mark Rutte in maart 2015 over discriminatie. Als mensen vanwege discriminatie niet worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek, dan kan de politiek daar weinig aan veranderen, vond de minister-president. “De paradox is dat de oplossing bij Mohammed ligt. (…) Je moet je invechten.”
Vierenhalf jaar later blijkt Rutte nog iets langer en beter te hebben nagedacht. Want inmiddels tapt de premier uit een heel ander vaatje. Woensdag verklaarde hij in de Eerste Kamer dat hij discriminatie ‘verschrikkelijk stupide’ vindt. Sterker nog: de premier vindt dat de politiek de plicht heeft om zich erover uit te spreken, zo zei hij in een reactie op PvdA-senator Mei Li Vos.
"Mag ik tegen mevrouw Vos zeggen dat wat zij zei over racisme en discriminatie, mij uit het hart is gegrepen en dat ik het met haar eens ben dat wij als politiek de taak hebben om te normeren. (…) Als je iemand geen stageplek geeft omdat zij Fatima heet, of iemand niet in dienst neemt omdat hij Mohammed heet, of mensen afwijst op huidskleur, dan is dat zo verschrikkelijk stupide. Los van het feit dat het stupide is, doe je jezelf ook erg tekort, want het leidt niet tot de goede mix van mensen — man-vrouw, blank-zwart, homo-hetero — die uiteindelijk leidt tot betere besluiten. Als je niet denkt dat dat zo is, dan blijf je straks dus zitten met allemaal clubs van blanke Nederlandse mannen van begin 40, en we weten inmiddels waar ons dat brengt. "
Uit onderzoek van de universiteiten van Amsterdam en Utrecht bleek deze zomer dat sollicitanten met een niet-westerse achtergrond een 40 procent kleinere kans hebben om te worden uitgenodigd dan autochtonen. De onderzoekers stuurden identieke brieven en cv’s naar werkgevers; alleen de naam was anders.