Van de drie kabinetten die inmiddels tot het verleden behoren heeft er overigens maar één zijn termijn helemaal afgemaakt.
Dinsdag 2 augustus wordt een bijzondere dag in de Nederlandse politiek, of in elk geval in de carrière van VVD-leider Mark Rutte. Hij is dan één dag langer premier dan de recordhouder tot dusver, CDA’er Ruud Lubbers, en daarmee de langstzittende regeringschef uit de Nederlandse geschiedenis. Zelf heeft hij aangekondigd het niet te gaan vieren, maar een gepast hoeraatje zal hij toch wel niet kunnen onderdrukken.
Hoelang Rutte het nog zal volhouden in het Catshuis is onbekend, maar wat hemzelf betreft nog een hele tijd. Hij heeft namelijk laten weten zich op dit moment ‘halverwege’ te bevinden. Misschien was dat een grapje, maar het kan ook bittere ernst zijn geweest. Hoe dan ook dient zich in zijn partij geen duidelijke opvolger aan, dus van concurrentie uit de VVD is voorlopig geen sprake.
Rutte heeft in de bijna twaalf jaar dat hij minister-president is vier kabinetten achter zijn naam staan. Eén met het CDA, gedoogd door populistisch-rechts (PVV), één met compromisbereid links (PvdA) en twee met zowel CDA als D66 en ChristenUnie. Het politieke midden, zou je kunnen zeggen.
Dat gebrek aan ideologische eenkennigheid duidt al op souplesse, om het zo te noemen. Rutte is een ‘realpolitiker’ pur sang en waait zo nodig met alle winden mee. Opgewekt, soms ook een beetje wezenloos lachend, weet hij vrijwel elk samenwerkingsverband te verkopen, tot nu toe aan méér kiezers dan de andere partijen.
Van de drie kabinetten die inmiddels tot het verleden behoren heeft er overigens maar één zijn termijn helemaal afgemaakt. Dat was Rutte II, met de PvdA. Misschien lukt het met het huidige kabinet ook, al zijn de vooruitzichten vrij somber.
Hoeveel moties van wantrouwen er tegen Rutte of een van zijn kabinetten als geheel zijn ingediend weet ik niet precies, maar het zijn er heel wat geweest. Rutte wist telkens te voorkomen dat ze aangenomen werden, al was het soms een dubbeltje op zijn kant.
Dikwijls beriep de premier zich als hij in politieke problemen raakte op zijn falende geheugen. Hij zei dan dat hij ergens ‘geen actieve herinneringen’ aan had. Hij zei het zo vaak dat het behoorlijk ongeloofwaardig begon te klinken. Maar vooralsnog kwam hij ermee weg.
Inmiddels is Rutte al zo lang premier dat er een hele generatie moet zijn opgegroeid die nauwelijks een andere regeringsleider gekend heeft. Toch wekt hij niet de indruk uitgekeken te zijn op zijn baantje. Kansen om iets anders te gaan doen zijn er zeker geweest. Een paar jaar terug werd hij genoemd als voorzitter van de Europese Raad en ook van de Europese Commissie. Toen hij ontkende belangstelling voor die naderende vacatures te hebben, werd dat gezien als een tactische manoeuvre. Zijn voorganger Jan Peter Balkenende (CDA) toeterde immers ook rond dat hij de Europese Raad niet wilde leiden, hoewel niemand dat geloofde. Wie zich bij de verdeling van internationale posten te happig toont loopt de baan meestal mis, dat is bekend. Maar Rutte wilde kennelijk echt niet, want toen het spel serieus werd gespeeld viel zijn naam geen enkele keer.
Ook onlangs ging het gerucht dat Rutte zou vertrekken. Hij zou secretaris-generaal van de NAVO worden als de Noor Jens Stoltenberg daar over een dik jaar vertrekt. Maar Rutte is opnieuw niet beschikbaar. Hij heeft nu ‘de mooiste baan’, liet hij De Telegraaf, de favoriete krant van veel VVD’ers, weten. Ook na bijna twaalf jaar kan hij er kennelijk niet genoeg van krijgen.