Zolang Rutte, Kaag en Hoekstra de weg niet vrijmaken voor nieuwe, competente partijleiders, die met een schone lei beginnen, zal het huidig pad van eerst inhoud en dan de poppetjes, met zekerheid tot helemaal niets leiden
Het geringe aantal ondernemers in de Tweede Kamer wreekt zich steeds meer. De meerderheid van de Tweede Kamer is afkomstig uit de publieke sector zelf. Dat kan zeer nuttig zijn maar ook levensgevaarlijk. Zeker als het om onderwerpen gaat waar kennis vanuit een langdurige ervaring in het bedrijfsleven zijn vruchten kan afwerpen. Zoals dat nu zo goed waarneembaar is.
De toeslagenaffaire en de problemen bij de GGD leren bijvoorbeeld dat het de hoogste tijd wordt dat in de Tweede Kamer ict-experts worden gekozen en benoemd. Om voldoende tegenmacht te kunnen borgen tegen alle ict-blunders die de overheid maakt. Omdat ze simpelweg zelf niet in staat is om veiligheid en deugdelijke werkzaamheid te bewaken op het gebied van grootschalige ict-systemen. Maar ook de huidige ernstige politieke situatie in Nederland waarin het vertrouwen in de geloofwaardigheid van de politiek volledig weg is, toont aan hoe immens belangrijk het is dat ondernemers niet ondervertegenwoordigd zijn in het parlement.
Iedere ondernemer als bestuurder van een bedrijf, ongeacht omvang van zijn onderneming, weet dat je nooit een verandering van cultuur, nieuw leiderschap en herstel van vertrouwen kunt realiseren als de poppetjes die direct of indirect verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor alle ellende, niet opstappen. Vrijwillig of gedwongen. Lodewijk Asscher snapte dat. Rutte, Kaag en Hoekstra (nog) niet!
Dat is de enige reden waarom Tjeenk Willink zoveel kritiek te verduren kreeg vanwege zijn hoge leeftijd. Volkomen onterechte kritiek. Omdat hij benoemd is vanwege een gebrek aan beter. Ook dat is een signaal van de staat waarin ons land zich bevindt. Een gebrek aan jonge competente leiders die charisma en vertrouwen hebben en uitstralen. Om in de kern simpele probleempjes in een handomdraai op te kunnen lossen. Als boegbeeld van hun eigen partijen. In het landsbelang, niet om hun eigen baantjes veilig te stellen.
Rutte, Kaag en Hoekstra hebben de hiergenoemde “ijzeren wet” die in het bedrijfsleven opgaat zich nog niet eigen gemaakt. Anders hadden ze wel goed geluisterd naar de meerderheid in de Tweede Kamer. Na het zo dramatisch verlopen debat over de Omtzigt-affaire. Dan was de motie van wantrouwen ook door het CDA en D66 direct gesteund. Van Hoekstra mocht dat zeker verwacht worden. Hij heeft slechts kort in het bedrijfsleven ervaring kunnen opdoen. Maar wel in een functie waarin deze ijzeren wet meedogenloos in zijn werk werd toegepast.
Kaag kan je dit niet kwalijk nemen. Wegens gebrek aan ervaring in het bedrijfsleven. Wel illustreerde ze wat haar visie op nieuw leiderschap, ook in een crisissituatie, volgens haar inhoudt. Geef de beste man nog een laatste kans. En laat hij zelf beslissen wat hij met de motie van afkeuring wil doen. Daarmee bewijzende dat haar invulling van nieuw leiderschap weinig goeds zal brengen in een zware crisistijd. Waar poppetjes altijd ondergeschikt zijn aan het bedrijfsbelang. Of zoals nu het geval is aan het landsbelang.
De enige snoeiharde conclusie die dan ook objectief getrokken kan worden is dan ook de volgende: zolang Rutte, Kaag en Hoekstra in hun eigen partij de weg niet vrijmaken voor nieuwe, competente partijleiders, die met een schone lei kunnen beginnen aan formatieonderhandelingen, zal het huidig pad van eerst inhoud en dan de poppetjes, met zekerheid tot helemaal niets leiden. VVD, CDA en D66 kunnen deze “ijzeren wet” in hun eigen partijen gemakkelijk verifiëren. Door gewoon enkele van hun eigen partijleden die ondernemer zijn even te bellen. Meer is niet nodig.