Zorg ervoor dat steunpakketten en investeringen uitsluitend groene en inclusieve samenlevingen bevorderen.
Vrijdag spreekt minister-president Rutte tijdens de 75e vergadering van de Verenigde Naties per video de internationale gemeenschap toe. In zijn speech zal hij het belang van internationale samenwerking en solidariteit in een instabiele wereld benadrukken. Een welkome boodschap: meer en vooral slimmere samenwerking is geboden in een wereld die door steeds meer en steeds urgentere crises – klimaat, biodiversiteit, krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld, toenemende polarisatie en de verwachte economische neergang als gevolg van de pandemie – langzaam uiteenvalt.
Daarom is het des te teleurstellender – en tegenstrijdiger – dat het toekomstige overheidsbudget voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking niet hoger, maar juist lager uit zal vallen de komende jaren, niet alleen in absolute zin maar ook verhoudingsgewijs. Door een zogenoemde kasschuif haalt het kabinet budget uit de periode 2022-2025 naar voren om ervoor te zorgen dat het budget voor ontwikkelingssamenwerking in 2020 en 2021 – lager als gevolg van een dalend BNI – op peil blijft. Dit staat gelijk aan een hypotheek nemen op de toekomst en gaat ten koste van het budget op middellange termijn. We moeten reel zijn: de kans dat partijen in volgende kabinetsonderhandelingen het lef hebben om van ontwikkelingssamenwerking een breekpunt te maken is helaas buitengewoon klein. In plaats van meer uit algemene middelen te investeren in het aanpakken van mondiale uitdagingen zoals structurele ongelijkheid, armoede en klimaatverandering, zet het kabinet een boekhoudkundige truc in, om vervolgens mooie sier te maken in New York.
In de hele wereld zorgt corona voor een verdieping van bestaande ongelijkheden. De paar gunstige neveneffecten van de crisis – zoals de vermindering van broeikasgasuitstoot – lijken alweer bijna tenietgedaan. Om zijn woorden kracht bij te zetten moet Rutte niet alleen pleiten voor het belang van internationale samenwerking, maar ook de internationale gemeenschap oproepen de systeemfouten die structurele ongelijkheid en een niet duurzaam gebruik van hulpbronnen in de wereld in stand houden, aan te pakken. Dat komt in de kern neer op: ervoor zorgen dat huidige en toekomstige steunpakketten en investeringen – in Nederland en in de wereld – uitsluitend groene en inclusieve samenlevingen bevorderen.
Om internationaal het goede voorbeeld te geven en de daad bij het woord te voegen moet het kabinet een aantal dingen doen. Ten eerste, hier de zaken op orde stellen. Stel groene voorwaarden aan staatssteun, en laat zien dat we ons hier op een duurzame manier uit de crisis kunnen financieren. Ten tweede: kom niet met ronkende taal alleen, maar doe boter bij de vis wat betreft het budget voor internationale samenwerking. Gezien de staat van de wereld, moet Nederland ruimhartig middelen ter beschikking stellen om de bevolking in lage- en middeninkomenslanden te helpen het hoofd te bieden aan de steeds urgenter en ingrijpender wordende crises. Lokale en internationale maatschappelijke organisaties kunnen hier door hun expertise en netwerken een belangrijke rol in spelen. Tot slot kan Nederland er ook bij de Wereldbank en EU ook voor pleiten dat internationale steunpakketten groen en inclusief herstel bevorderen. Uitzonderlijke tijden vragen – toch wel – om visie en uitzonderlijk beleid: de hypotheek op de toekomst in niet langer meer houdbaar, een duurzame, inclusieve en eerlijke toekomst kan niet langer wachten.