Mark Rutte (VVD) keurde het aanblijven van Cora van Nieuwenhuizen (VVD) als demissionair minister goed, terwijl hij op dat moment al wist dat ze een nieuwe baan als lobbyist had aangenomen. Rutte bedacht zich pas op het laatste moment. Dat meldt de Volkskrant. De aanvankelijke beslissing van de premier kwam bijna vier maanden ná de zogenaamde Nacht van Rutte, het ‘geen actieve herinneringen’-debat waar hij uiteindelijk meer transparantie en een nieuwe bestuurscultuur beloofde, na nipt een motie van wantrouwen van de gehele oppositie te hebben overleefd.
Aan het einde van afgelopen zomer ontstond ophef rond de demissionaire minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat), nadat ze een baan aannam als voorzitter van lobbyclub Energie-Nederland. Dat de VVD’er kortstondig minister van Economische Zaken was geweest, was daarbij geen belemmering voor het demissionaire kabinet-Rutte III. Na maatschappelijk rumoer en protest vanuit de Tweede Kamer, werd het Van Nieuwenhuizen uiteindelijk verboden om in haar nieuwe functie gedurende twee jaar contact te hebben met ambtenaren van haar oude departementen.
Nu blijkt uit de stukken in handen van de Volkskrant, dat Van Nieuwenhuizen na het aanvaarden van die nieuwe baan, nog gewoon betrokken was bij begrotingsonderhandelingen. Dit nadat ze een maand eerder Rutte had geïnformeerd dat ze als lobbyist aan de slag zou gaan. Rutte stemde er desondanks mee in dat ze als bewindspersoon aanbleef. De Kamerbrief bedoeld om die beslissing publiek te maken stond al klaar. Eind augustus besloot Rutte dat het combineren van een demissionair ministerschap met een aanstaand vertrek naar een lobbyclub, toch geen goed idee was. In november werd uiteindelijk het lobbyverbod voor bewindspersonen aangescherpt.