De Nederlandse economie valt dit jaar stil als gevolg van de Russische oorlog tegen Oekraïne, en daaruit voortkomend de stijgende energieprijzen en de haperende wereldhandel. Dat heeft De Nederlandsche Bank (DNB) berekend: ‘Er is meer onzekerheid en de wereldhandel staat onder druk’.
Over het hele jaar genomen is er sprake van een lichte groei, maar dat komt vooral doordat in het eerste kwartaal van het jaar de economie nog sterk aantrok na de coronacrisis. De gemiddelde inflatie komt voor dit jaar uit op 8,7 procent, flink hoger dan normaal. Pas volgend jaar zal die afnemen, vermoedelijk naar 3,9 procent in 2023, en 2,4 procent in 2024. Vanwege de hoge inflatie hebben huishoudens fors minder te besteden.
De NOS meldt:
Huishoudens worden niet in gelijke mate geraakt door de forse en schoksgewijze prijsstijgingen van energie en voedingsmiddelen. Met name huishoudens met lage inkomens zijn kwetsbaar. Zij besteden een relatief groot deel van hun inkomen aan energie en hebben vaak geen financiële buffer, met mogelijk energiearmoede tot gevolg. "We worden door de hoge inflatie hoe dan ook allemaal collectief armer", zegt DNB-directeur Olaf Sleijpen.
DNB verwacht wel dat de lonen dit jaar gaan stijgen met 2,9 procent, en met nog eens 3,9 procent in 2023. De verwachting van de centrale bank is dat de economie snel van de huidige recessie herstelt. De Volkskrant tekent op:
‘Je vangt het wegvallen van olie en gas uit Rusland niet in een dag op, maar de coronapandemie heeft ons geleerd dat het aanpassingsvermogen en de veerkracht van de economie best wel groot is’, duidt Sleijpen. ‘Het feit dat de energieprijzen zo hoog zijn, vormt ook een extra prikkel voor verduurzaming.’