Rusland, de belangrijkste bondgenoot van de Syrische dictator Assad, voert onophoudelijk bombardementen uit op de stad Aleppo. Het Syrische leger is uit de stad verdreven door verzetsstrijders die plots veel terreinwinst boeken. Het verzet wordt aangevoerd door Hayat Tahrir al-Sham (HTS), een fundamentalistische islamitische groepering. Ook veel strijders van het door Turkije getrainde en betaalde Syrische rebellenleger SNA (Syrian National Army) vechten mee.
De gewapende soennitische groepering is de opvolger van Fatha al-Sham, wat weer een ‘rebranding’ is van de Syrische tak van terreurorganisatie Al-Qaida, Jabhat al-Nusra. HTS heeft zich de laatste jaren steeds meer wegbewogen van diens jihadistische wortels en is een pragmatischer koers gaan varen. De groepering is aan de macht in de noordwestelijke provincie Idlib, waar het een alternatieve regering heeft opgezet, inclusief eigen ministeries. Zo probeert HTS zijn legitimiteit onder de bevolking te vergroten, maar tegelijkertijd zet de groepering ook repressie in tegen zijn tegenstanders. Dat bleek eerder dit jaar bij het hardhandige neerslaan van groeiende protesten tegen HTS. Een demonstrant zei daarover in augustus tegen NRC dat HTS zich „net gedraagt zoals het regime: ze martelen mensen en rekruteren verarmde jongeren om op betogers in te slaan”.
Voor de inwoners van de door het leger van Assad geterroriseerde stad voelt de razendsnelle inname door het verzet vooralsnog wel als een bevrijding, schrijft de krant. Al weet niemand wat er nu gaat komen.
Het lijkt er vooralsnog op dat de rebellen anders omspringen met de burgerbevolking dan in eerdere stadia van de oorlog, zegt Ali Aljasem, een onderzoeker in conflictstudies verbonden aan de Universiteit Utrecht. Hij komt zelf uit Aleppo en heeft veel contact met zijn kennissen daar. „Voorheen namen ze stadsdelen in en doodden ze wie niet aan hun kant stond”, zegt de academicus telefonisch. „Nu zien we dat ze geen gebouwen bezetten en hun narratief veranderen. Ze zeggen tegen de lokale bevolking: we zijn hier niet om jullie kwaad te doen, we zullen geen wraak nemen.”
Assad wordt gesteund door Rusland, Iran en Hezbollah. Die laatste beweging is verzwakt door de oorlog met Israël. Het Syrische verzet, dat uit een groot aantal verschillende partijen bestaat, profiteert daarvan. De aanval werd ingezet als reactie op steeds heviger bombardementen door het leger en de Russen.