Het programma is in bestuurlijke kringen populair, maar kan daarbuiten toch op minder lof rekenen.
De zorgen over de toenemende mate van ongelijkheid in Nederland worden breed gedeeld, in het bijzonder rondom de ongelijke kansen van kinderen in het onderwijs. Over de oplossingsrichtingen valt echter te twisten. Zo stelt Antonie Kerstholt recent op Joop dat we het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) moeten ‘uitrollen’ over de andere ‘achterstandswijken’ van Nederland, om zo tegenwicht te bieden aan de rijkere bovenlaag die hun eigen kroost via huiswerkinstituten op voorsprong zet. Hoewel een sympathiek idee van Kerstholt, lijkt hij weinig rekenschap te nemen van de kritieken rondom het NPRZ.
Het NPRZ is een langdurig sociaal programma met structurele investeringen in het onderwijs, de arbeidsmarkt en de woningmarkt in Rotterdam Zuid. Het programma is in bestuurlijke kringen populair, maar kan daarbuiten toch op minder lof rekenen. Ik zal hier twee kritiekpunten uitlichten.
Ten eerste is een belangrijke pijler binnen het onderwijsdeel dat op ruim dertig basisscholen in Rotterdam Zuid kinderen tien uur extra per week naar school gaan. Het idee is dat als kinderen langer op school zitten, ze meer tijd hebben om te leren en meer ‘verrijkende’ ervaringen kunnen opdoen. De extra uren worden ingevuld door externe aanbieders met onder andere sport, cultuur en huiswerkbegeleiding. Hoewel kinderen tijdens deze extra uren wellicht nuttige ervaringen opdoen, is er geen enkel wetenschappelijk bewijs dat dit hogere schooladviezen of eindtoets scores leidt.
De onderwijstijdverlenging is verder niet onschuldig. Kinderen maken lange dagen, leraren moeten coördineren met de externe aanbieders en bovendien zorgt het werken met externen tot een verdere privatisering van het onderwijs (iets waar Kerstholt juist tegen lijkt te ageren). In het verleden hebben diverse scholen dan ook geprotesteerd tegen de tien uur onderwijstijdverlenging, die vooral van bovenop lijkt te zijn opgelegd.
Ten tweede is het NPRZ meermaals bekritiseerd om het ondemocratische karakter. Bewoners hebben weinig inspraak of zijn onbekend met programma. Het NPRZ-bestuur kent één vertegenwoordiger namens de bewoners (op een gebied van ruim 200.000 inwoners). Op een georganiseerde burgertop in 2022 kwamen van de 10.000 uitnodigingen ongeveer 100 mensen opdagen. Marco Pastors, de directeur van het NPRZ, heeft gezegd dat de bewoners niet van het NPRZ hoeven te weten, als ze er maar wat van merken. Dat hebben bewoners van de Tweebosbuurt in Rotterdam Zuid inderdaad ervaren, toen ze gedwongen hun sociale huurwoningen moesten verlaten om plaats te maken voor duurdere koopwoningen. Het NPRZ heeft dus ook veel wroeging veroorzaakt op Rotterdam Zuid, mede omdat bewoners vanaf het begin geen serieuze rol in het programma hebben gekregen.
Natuurlijk gaan er ook dingen goed binnen het NPRZ, maar laten we aub niet zomaar het programma ‘uitrollen’ over andere wijken zoals Kerstholt suggereert. De uitdrukking ‘uitrollen’ heeft in zichzelf al een sterke top-down connotatie. Overigens dient het NPRZ al als een belangrijke inspiratie voor het nieuwe stedelijk beleid van het Rijk, wat vorm heeft gekregen in Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). Dat uitrollen is dus al begonnen. Hopelijk neemt het NPLV de lessen van wat er misgaat bij het NPRZ mee.