Begin jaren tachtig werd Nederland getekend door een economische crisis. In 1982 kromp de economie met 1,2 procent, de werkloosheid bedroeg 7,9 procent en de overheidsfinanciën waren niet op orde. Zo was het begrotingstekort 6,2 procent. Naast angst voor armoede en werkloosheid speelde het verdwijnen van bomen door ‘zure’ regen. Maar de grootste angst bestond voor de bom.
De Koude Oorlog was nog in volle gang en het mogelijk kunnen ontploffen van een atoombom drukte een grote stempel op de maatschappij. Discussies over het plaatsen van kruisraketten als tegenwicht voor de dreiging uit de USSR bepaalde maandenlang de krantenkoppen. Mensen kwamen massaal op de been. Op 21 november 1981 stonden meer dan 400.000 mensen op de Dam voor een vredesdemonstratie. Een jaar later op 23 oktober 1983 vond de grootste demonstratie uit de Nederlandse geschiedenis plaats. In Den Haag protesteerden een half miljoen mensen tegen het plaatsen van raketten met kernkoppen.
De angst dat het uit de hand liep en op elk moment afgelopen kon zijn, liet zich ook horen in de popmuziek. ‘Carrière maken voordat de bom valt’, Doe Maar (single De Bom, 1982). ‘Er op of er onder’, Toontje Lager (studio album 1982). Voor popgroep ‘Het Goede Doel’ was in 1983 de maat vol. ‘Nederland is me te benauwd. Waar kan ik heen? Is er leven op Pluto? Kan ik dansen op de maan? Is er een plaats tussen de sterren waar ik heen kan gaan?' Verschillende landen passeren in het liedje ‘België, Is er leven op Pluto’ de revue: Duitsland, Chili, Amerika, Koeweit, Noord-Ierland, China, Schotland, USSR, Cuba, België, Polen, Lapland. Om maatschappelijke, politieke of klimatologische redenen vallen ze allemaal af.
Is de situatie in de afgeschreven landen verbeterd? Een podcast van NPO Radio 1 kijkt veertig jaar na het uitbrengen van het nummer van Het Goede Doel of de tekst nog klopt.
Na de verkiezing van Trump op 5 november is specifiek voor Amerika een hoofdstuk aan de podcast toe te voegen. In 1983 zingt leadzanger Henk Westbroek van Het Goed Doel, ‘Wat Amerika betreft dat land bestaat niet echt.’
In 1981 komt Ronald Reagan aan de macht. Een politicus die bekend werd als acteur in B-films. Met zijn filosofie dat als je maar hard werkt, je alles kunt bereiken, kleurt hij zijn presidentschap. Iedereen kan de Amerikaanse droom najagen. De praktijk begin jaren tachtig is anders. Het verschil tussen arm en rijk is immens. De zwarte bevolking staat na twintig jaar burgerrechten nog grotendeels buitenspel. Het najagen van The American Dream is voor de meesten geen werkelijkheid. Het is een sprookje verteld door een acteur. ‘Amerika bestaat niet echt’, is de conclusie van Het Goede Doel.
Na de verkiezing van Trump is de songline ‘Amerika bestaat niet echt’ als nooit tevoren te onderschrijven. Met Trump hebben we net als Reagan te maken met iemand die bij het grote publiek bekend werd via het beeld op het witte doek en de televisie. In Woody Allen’s Celebrity uit 1998 zien we in een bijrolletje Trump al spreken over ‘gebouwen en wat je ermee kan’. Zijn grote doorbraak als celebrity komt een paar jaar later in de reality-tv show ‘The Apprentice’. Van 2004 tot 2015 was Trump producent, gastheer en spelleider. De show draait om het beoordelen van ‘business skills’ van deelnemende kandidaten. Trump geeft als doener het goede voorbeeld.
In zijn politieke carrière draait het bij Trump net als bij Reagan om het kunnen bereiken van The American Dream. In zijn retoriek gaat Trump wel vele malen verder dan Reagan. Niet alleen het individu kan bereiken wat hij of zij wil, maar heel Amerika zal groots worden, ‘Make America great again’. Om de droom te verwerkelijken doet Trump, als een volleerd acteur, Amerikanen geloven in de meest rabiate uitspraken: Migranten die huisdieren eten, "In Springfield eten de nieuwkomers de honden, ze eten de katten, ze eten de huisdieren van de mensen die er wonen", moeders die pasgeboren baby’s doden, bendes uit Venezuela die hele woonwijken over nemen in Aurora, Colorado, landen die misdadigers vrij laten om te emigreren naar Amerika, Harris die 21 miljoen mensen over de grens heeft laten gaan, de federale regering in North Carolina die niet ingrijpt na orkaan Helene. De valse en onjuiste beweringen zijn ongeëvenaard.
Nee, Amerika is geen plaats om naar toe te gaan!
Waar kunnen we wel heen? De urgentie van Het Goede Doel om te willen ontsnappen uit Nederland is er na veertig jaar ook niet minder op geworden. De dreiging van de bom is na de oorlog tussen Oekraïne en Rusland weer actueel. Zorgen over het verdwijnen van bomen, planten en dieren en de stijging van de waterspiegel zijn groot. Beschamend ook zijn op z'n zachtst gezegd de recente rellen, het antisemitisme en de onrust in Amsterdam. Nee, Nederland zou je ook het liefst ontvluchten.
‘Is er een plaatst tussen de sterren waar ik heen kan gaan?’
Pluto is misschien wat ver. Volop in ontwikkeling zijn missies naar Mars. Astronauten zijn al aan het trainen. Tripje naar Mars is haalbaar, zolang astronauten maar binnen vier jaar weer terug zijn. Voor de huidige generatie en op grote schaal zijn missies naar Mars echter geen optie. Over andere planeten, wat we tegen kunnen komen en hoe we daar samen kunnen leven, kunnen we alleen fantaseren. Iemand die dat voor ons heeft gedaan is Antoine de Saint-Exupéry. In 1942 schreef hij Le Petit Prince (De Kleine Prins) Het is een poëtisch verhaal over een eenzaam jongetje dat planeten afstruint op zoek naar vriendschap. Op het eerste gezicht een fantasierijk kinderboek, maar het is zoveel meer. Het is een diepzinnig verhaal over leren om redelijk te zijn, te waarderen wat we hebben, je best doen om anderen te begrijpen en het koesteren en versterken van de band met anderen.
Aan alle relschoppers en politici: ‘Lees de kleine prins! Ga met het boek in de hand met elkaar in gesprek! Pluto = Aarde!