Een rechts-extremistische revolte is ophanden en links raakt steeds verder gemarginaliseerd. Zolang links niet terugkeert bij haar socialistische grondbeginselen, is er van een serieus alternatief geen sprake.
Er waart een spook door Europa. Het spook van het rechts-extremisme. Deze politieke stroming drijft op onvrede en onzekerheid, die wijdverbreid in de samenleving aanwezig is. Maar waar komt deze onvrede, in één van de rijkste delen van de wereld eigenlijk vandaan? De Britse publicist George Monbiot beschrijft in zijn boek ‘ Uit de puinhopen ’ dat de mens binnen het dierenrijk een zeer bijzondere positie inneemt omdat binnen onze soort het altruïsme, de gave om je te bekommeren om het welzijn van anderen, evolutionair gezien ongekend groot is. Tegelijkertijd dwingt het politieke en economische systeem mensen om juist zeer individualistisch op te treden. Dit veroorzaakt een vorm van eenzaamheid en onbehagen.
Monbiot beschrijft het als volgt: “We leven in een tijdperk van verbazingwekkende materiële welvaart -al is die slecht verdeeld- maar anders dan onze voorouders verwacht zouden hebben, is de grote algehele vooruitgang niet samengegaan met een groter algemeen welbevinden. In plaats daarvan kweekt de wijdverbreide atomisering angst en onvrede. Zelfs in de rijkste bevolkingsgroepen.”
Als je daarbij optelt dat in de laatste decennia de kloof tussen arm en rijk alleen maar groter is geworden, kan je niet anders dan concluderen dat het kapitalisme voor een groot deel verantwoordelijk is voor de situatie waar we ons in bevinden. Maar als je politiek kijkt welke alternatieven hiervoor zijn, kan de kiezer alleen kiezen voor meer van hetzelfde. Er zijn weliswaar verschillende kleurschakeringen; nationalistisch kapitalisme, bijbels kapitalisme, liberaal kapitalisme, groen kapitalisme en sociaal kapitalisme. Maar uiteindelijk zijn alle partijen slechts uit op het bijsturen van het systeem, in plaats van de omverwerping ervan.
Zelfs Baudet, die uitstraalt dat het onder hem allemaal anders wordt staat voor een ultra-kapitalistisch programma naar Trumps model. Eén positieve uitzondering is de Partij voor de Dieren, die wél pleit voor een totaal ander economisch systeem. Echter, door de grote voorzichtigheid van deze partij om zich te verbreden naar de meer sociaal-economische thema’s zal de invloed van deze partij beperkt blijven tot agenderend.
In 1881 werd de Sociaal Democratische Bond opgericht, de eerste socialistische politieke partij in Nederland. Zij had een radicaal programma, gericht op de omverwerping van het kapitalisme en de emancipatie van de arbeiders. En ook één van haar opvolgers, de SDAP, was in den beginne nog radicaal. De lijn van Pieter-Jelles Troelstra, die in 1918 tevergeefs de revolutie uitriep, werd daarna overvleugeld door meer gematigde socialisten als Willem Drees. Drees heeft weliswaar veel voor de arbeider betekend, maar heeft terugkijkend de weg geëffend voor de sociaal-democratie zoals we die nu kennen; focus op economische groei en het bijschaven van de negatieve bijwerkingen van het kapitalisme. GroenLinks, een partij die nota bene is ontstaan uit de CPN en PSP, doet hier vrolijk aan mee.
De SP is in het laatste decennium vooral verworden tot een partij die meer geloof heeft in kiezersonderzoek dan in de omverwerping van het kapitaal. De partij kiest onder druk van de rechtse doctrine een cultureel-conservatieve koers, terwijl de oorzaken van migratie en segregatie nagenoeg onaangeroerd blijven. En op economisch gebied is de SP een ‘gewone’ sociaal-democratische partij geworden.
We leven in een tijd waarin het aantal miljonairs exponentieel groeit, multinationals nagenoeg geen winstbelasting betalen, grote bedrijven meeschrijven aan wetgeving voor ons parlement. Door menselijk toedoen is de aarde hard op weg om aan het einde van deze eeuw ‘onbewoonbaar verklaard’ te worden. Tegelijkertijd neemt de armoede toe, is er sprake van een schrijnend tekort aan betaalbare woningen en moeten nota bene burgers het werk van de overheid overnemen door bedrijven juridisch te dwingen zorg te dragen voor het klimaat. En discriminatie van verschillende minderheden wordt meer en meer zichtbaar. Op papier is er dus een serieuze voedingsbodem voor linkse politiek. En toch ligt links verslagen in de hoek, niet begrijpend hoe het kan dat de kiezer een afslag neemt die nog rechtser en conservatiever is.
Daags na de mislukte revolutiepoging van Troelstra schreef de socialistische dichteres Henriëtte Roland Holst teleurgesteld aan een vriend: “Wij hebben kontrarevolutionaire organisatie zonder revolutie; en ik verwacht belangrijke hervormingen… zonder strijd. Hier gaat alles op zijn Aarlanderveensch.” [1] De verwachting van Roland Holst kwam uit. Terugkijkend op de gebeurtenissen in 1918 kun je stellen dat de revolutie er niet is gekomen, maar dat alleen al de dreiging van een revolutie leidde tot grootse stappen in de klassenstrijd.
In dat gegeven zit ook de belangrijkste les voor linkse politieke partijen en vakbonden; biedt een radicaal alternatief van hoop waarin de maatschappij centraal staat. Plaats je buiten de politieke orde en open de aanval op het systeem. Ontwikkel nieuwe ideeën op belangrijke oude socialistische thema’s zoals het monopolie op grond.
Laat je niet afschrikken door de modellen van de neoliberalen van het CPB, het cijferfetisjisme van de zwarte pakken in Den Haag, de lobby van Shell en ING. Niet alleen omdat de kiezer dit spektakel wel kan waarderen, zie de opkomst van Baudet, maar ook omdat je hiermee uiteindelijk het meeste resultaat boekt in de strijd naar de ideale wereld.
In een tijd dat links onder vuur ligt, zelfs wordt beschuldigd van het weggeven van de beschaving, is het tijd voor een radicaal weerwoord. Socialisten staan in een lange traditie van verzet tegen het kapitalisme, uitbuiting, ongelijke behandeling, discriminatie en het fascisme. Socialisten hebben Nederland de beschaving gegeven. Ze waren de drijvende kracht achter het algemeen kiesrecht, minimumloon, de achturige werkdag, sociale woningbouw, de vrije zaterdag en een beter milieu. Die beschaving laten we ons niet zomaar afpakken.