De Nederlandse rechtsstaat loopt gevaar. Daarvoor waarschuwen twee vooraanstaande rechters in het AD. Zij wijzen erop dat de Nederlandse grondwet slechts minimaal beschermt en dat kwaadwillende politici die gemakkelijk naar hun hand kunnen zetten. Situaties als in Hongarije waarbij de autocratische regering aan de touwtjes van de rechtsspraak trekt, zijn in Nederland schokkend dichtbij.
Fred van der Winkel is president van de rechtbank Overijssel. Bart van Meegen staat aan het hoofd van de rechtbank Amsterdam. Volgens hen is er maar weinig nodig “of we zijn de onafhankelijke rechtspraak in Nederland kwijt”.
Reden voor ernstige zorgen zijn er voldoende. Zo stemde vorige maand een meerderheid in de Tweede Kamer voor een motie die de Raad voor de rechtsspraak meer bevoegdheden geeft. Die Raad verdeelt het geld over de rechtbanken, bepaalt de bedrijfsvoering en draagt rechtbankpresidenten voor aan de minister van Justitie. “Diezelfde minister benoemt de leden van de Raad. Op deze manier heeft de regering te veel invloed”, zeggen de rechters tegen het AD.
De krant schrijft verder:
De scheiding van de machten is flinterdun, legt Van der Winkel uit. Eigenlijk is het vooral cultuur, een ongeschreven afspraak, want in de wet zijn weinig waarborgen vastgelegd. Zijn zorgen zijn niet ingegeven door het kabinet-Schoof, zegt hij. Die heeft hij al sinds hij met eigen ogen zag hoe snel het in Polen verkeerd ging. Het kost jaren om daar de schade te herstellen, nu de rechts-nationalistische regering niet meer aan de macht is.
Ook in Nederland kan een kwaadwillende regering, zonder veel moeite zelf regelen wie zij als bestuurders willen, ‘kritische’ rechtbankpresidenten vervangen en vervolgens ‘lastige’ rechters eruit laten gooien. Net zoals in Polen, Hongarije of Turkije gebeurde.
Hoogleraar en voormalig Eerste Kamerlid Jonathan Soeharno (CDA) wees er al eerder op dat in Nederland de drempels om de rechtsstaat te torpederen nog lager zijn dan in Polen en Hongarije. In NRC wees hij erop dat er al een breed gedragen anti-overheidssentiment in Nederland leeft en dat “sommige radicaal-rechtse politici” zich openlijk tegen rechters keren.
Daarmee gaat het dan natuurlijk over PVV-leider Geert Wilders en Thierry Baudet van Forum voor Democratie. Wilders muntte de term “D66-rechters” om zijn aanhangers wijs te maken dat rechters zogenaamd niet onafhankelijk zijn en politiek gemotiveerd handelen. Ook probeerde hij drie keer een benoeming van een rechter bij de Hoge Raad tegen te houden. Dat lukte hem in 2011 omdat de rechter in kwestie eens een wetenschappelijk stuk had geschreven dat tegen het zere been van Wilders was. Baudet probeerde na de Urgenda-uitspraak die de Staat verplichtte de CO2-uitstoot te verminderen, rechters te verbieden zich over politieke kwesties uit te spreken.
Wilders zal voor de mogelijkheden tot het aantasten van de rechtsstaat verlekkerd kijken naar Hongarije, waar zijn boezemvriend Viktor Orbán aan de macht is. Die laatste wist door middel van een paar simpele wetswijzigingen de rechtsspraak in handen te krijgen.