Nederland mag het reddingsschip Sea-Watch 3 – dat onder Nederlandse vlag vaart – niet langer verbieden om uit te varen. Dat heeft de rechtbank in Den Haag vandaag geoordeeld in een kort geding tegen de Nederlandse Staat. Volgens de rechtbank had minister Van Nieuwenhuizen de beleidswijziging voor ngo-schepen niet zonder overgangsperiode mogen opleggen aan Sea-Watch en is er sprake van onbehoorlijk bestuur en schending van het rechtszekerheidsbeginsel.
De minister vaardigde op 2 april een nieuwe regeling uit zonder overgangsregeling, uitsluitend voor schepen ‘die stelselmatig drenkelingen aan boord nemen’. De rechter sprak daarnaast verbazing uit over de schijnbare onwil van de minister om een inspectierapport te delen met Sea-Watch. Sea-Watch 3 hoeft tot 15 augustus 2019 niet aan de uitgevaardigde regeling te voldoen en mag weer gaan varen. De minister dient in overleg met de ngo tot een regeling te komen die voldoende rekening houdt met de belangen van Sea-Watch en die voldoet aan het beginsel van rechtszekerheid.
In een reactie laat Sea Watch weten verheugd te zijn, maar ook bezorgd te blijven:
"Enerzijds zijn wij blij dat de rechter ons in het gelijk stelt en de minister een tik op haar vingers geeft, anderzijds zijn we zeer bezorgd over het feit hoe ver overheden gaan in het bestrijden van humanitaire organisaties die zich inzetten voor het redden van mensenlevens."