Wet gaat in tegen verdrag met Turkije, dat stelt dat Turken niet méér hoeven te betalen voor inburgering dan EU-burgers
Nederland kan Turkse immigranten niet verplichten om een inburgeringscursus te volgen. De rechtbank in Rotterdam bepaalde dat die regel in strijd is met verdragen die Turkije heeft gesloten met de Europese Unie.
Twee Turken, een ‘oudkomer’ en een ‘nieuwkomer’ hadden de rechtszaak tegen de inburgeringsplicht aangespannen, omdat ze het niet eens zijn met de ‘verplichting’. Dat schrijft de Volkskrant vrijdag.
De Wet Inburgering die sinds 2007 van kracht is, stelt dat alle immigranten met een verblijfsvergunning een inburgeringsexamen moeten halen. Alleen EU-burgers zijn vrijgesteld van deze wet. In het geval van de twee Turken oordeelde de rechter dat de Nederlandse wetgeving ingaat tegen de non-discriminatiebepaling uit de zogeheten associatieovereenkomst die Turkije en de Europese Unie hebben afgesloten. Daarin is afgesproken dat Turkse onderdanen niet meer geld voor een verblijfsvergunning mogen betalen dan EU-burgers en dat gebeurt nu juist wel. Het maken van een inburgeringsexamen kost geld en dat bedrag kan soms zelfs oplopen als de deelnemer het examen niet in een keer haalt. Lees meer bij de Volkskrant: Rechter: Turken niet verplicht tot inburgeren