Met het resultaat herstelt McCartney het contact met de Indie-pop traditie waarvan hij zelf als lid van The Beatles een van de godfathers was
Vandaag verschijnt de re-issue van waarschijnlijk het belangrijkste Paul McCartney album sinds hij in 1973 met Band On The Run de weerstand tegen zijn solocarrière bij de muziekpers doorbrak. Op Flowers In The Dirt (1989) werkt McCartney onder meer samen met Elvis Costello, Pretenders-gitarist Robbie McIntosh en producer Mitchell Froom (oa Suzanne Vega, Crowded House). En met het resultaat herstelt McCartney het contact met de Indie-pop traditie waarvan hij zelf als lid van The Beatles een van de godfathers was.
Elvis Costello was degene die hem opriep zijn Beatles-bas weer van stal te halen en eventuele aangeboren neigingen om Beatles-achtige liedjes te schrijven niet langer te onderdrukken. Door veelvuldig gebruik van Rickenbackers, tamboerijnen en retro-keyboards als Wurlitzers, Hammonds en Mellotrons klinkt Flowers In The Dirt als een kind van de jaren ’60, sterk geïnspireerd door de Amerikaanse Westcoast en Folkrock. Maar waar McCartney’s veelzijdigheid op veel platen ten koste gaat van de rode draad, vindt hij op dit album precies de juiste toon.
‘You Want Her Too’ bijvoorbeeld, het duet met Elvis Costello, is in essentie een Stax-achtige soulballad, maar is dankzij het arrangement met de obstinate synths één van McCartney’s meest revolutionaire soloproducties. Terwijl een traditionele bigband de overgang naar het volgende nummer, het majestueuze ‘Distractions’ begeleidt. Op dat laatste nummer zijn de strijkers overigens gearrangeerd door Clare Fisher, bekend van oa ‘Purple Rain’ van Prince.
Ook tekstueel is Flowers In The Dirt een prettige en volwassen plaat. Dat geldt zeker voor de nummers waar Costello aan bijdroeg. Op ‘You Want Her Too’ bijvoorbeeld kraakt Costello alles wat McCartney zingt op hilarische wijze af. Bite zit er ook in My Brave Face en vooral ‘That Day Is Done’, een begrafenissong met een bijdrage van de legendarische Beatles- en Stones-toetsenist Nicky Hopkins. ‘That Day Is Done’ is ook een vrijwel volledig over het hoofd geziene Paul Is Dead-clue want als je de tekst goed leest blijkt het te zijn geschreven vanuit het perspectief van de overledene, die vanachter het raampje van zijn kist beschrijft hoe er bloemen en zand op hem worden gegooid.
Andere hoogtepunten zijn het The Outfield-achtige ‘Figure Of Eight’ (geproduceerd door Trevor Horn), ‘This One’, ‘We Got Married’ en ‘Don’t Be Careless Love’. Iets minder, maar nog steeds goed te pruimen zijn ‘How Many People’, ‘Motor of Love’ en ‘Ou Est Le Soleil’. Die laatste stond niet op de oorspronkelijke LP (alleen op de CD versie) en voelt daardoor nog steeds aan als een overbodig extraatje. En omdat met ‘That Day Is Done’ een hoogtepunt wordt bereikt valt op dat dat door deze tracks niet meer wordt geëvenaard. Al bevat ‘Motor Of Love’ een vette knipoog aan Brian Wilson.
Het album vóór Flowers In The Dirt was Press To Play, een album waarop McCartney trachtte zichzelf opnieuw uit te vinden als een eigentijds artiest. Hoewel hij daar vrij aardig in slaagde zat de wereld eind jaren ’80 niet meer op een moderne Beatle te wachten. Veel meer indruk maakte collega Beatle, George Harrison bijvoorbeeld in 1988 met de Traveling Wilburys, een project zonder enige ambitie om vernieuwend te klinken. Op Flowers In The Dirt klinkt McCartney beduidend minder retro dan bijvoorbeeld Lenny Kravitz die zijn debuut album enkele maanden later uitbracht, maar duidelijk is dat de popwereld rond 1990 aan het eind was gekomen van haar ‘formative years’ , waarna weinig anders restte dan terugkijken en recyclen.
Dat besef trok McCartney over de streep om voor het eerst sinds de dood van Lennon weer te gaan toeren, zonder daarbij geforceerd zijn Beatles-verleden te ontkennen. Iets wat hij tot de dag van vandaag is blijven doen. Dát en uiteraard het hoge niveau van het album zelf maakt van Flowers In The Dirt McCartney’s belangrijkste album sinds de jaren ’70.
De reissue bevat een bonus-cd met een akoestisch privé-concert van McCartney en Costello. Die bonusplaat zou het als losse release waarschijnlijk nog tot de hoogste regionen van de hitlijsten hebben geschopt. De keuze voor deze tracks ging echter ten koste van een groot aantal andere overblijfsels waaronder de eerste met Costello gepende release uit 1987, ‘Back On My Feet’. Helaas, maar door het ontbreken van die tracks blijft over een uiterst coherent klinkende McCartney-Costello plaat.