De politie van Staphorst is waakzaam noch dienstbaar geweest en heeft burgers die in november 2022 in Staphorst wilden demonstreren tegen de racistische Piet-figuur die in die gemeente gecultiveerd wordt, niet beschermd. Dat is de conclusie van een officieel rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid. Het gebrek aan politiebescherming en -optreden leidde to gevaarlijke situaties voor de vreedzame demonstranten. Toen zij werden belaagd door agressieve racisten, kozen de aanwezige agenten het hazenpad uit angst voor hun eigen veiligheid. Demonstranten van KZOP en waarnemers van Amnesty International werden aan hun lot over gelaten. Het - gebrek aan - politieoptreden is het zoveelste voorbeeld van een overheid waar burgers niet op kunnen rekenen of vertrouwen.
Volgens de Inspectie werd in de voorbereiding al duidelijk dat de veiligheid van de demonstranten in gevaar kon komen. Zo werden signalen opgevangen dat er mogelijk blokkades zouden worden opgeworpen teneinde KOZP buiten Staphorst te houden. Maar in die voorbereiding is niet concreet besproken hoe daar tegen zou worden opgetreden. De politie, zo stellen de onderzoekers, accepteerde de tegenacties van de inwoners van Staphorst en probeerde daar omheen te werken in plaats van ertegen op te treden.
De politie faalde niet alleen spectaculair in de voorbereiding en begeleiding waardoor er die dag chaotische en gevaarlijke situaties konden ontstaan, de agenten kozen er ook voor de demonstranten op het moment suprême niet te beschermen.
Als de colonne met demonstranten op verzoek van de politie stopt bij een tankstation in Meppel, wordt hun aanwezigheid op die locatie snel ontdekt. Relschoppers gaan erop af met tractors. De politie laat KOZP weten dat de relschoppers onderweg zijn, maar beschermt hen niet en rijdt weg. Een politiemedewerker roept via een megafoon: „Jullie moeten weggaan, doen jullie dat niet, dan zijn de risico’s voor jullie zelf.” De bus van KOZP wordt klemgereden en relschoppers lopen erop af, de politie staat op tachtig meter afstand en grijpt niet in. Demonstranten weten uiteindelijk zelf weg te komen.
Voor de bescherming van de KOZP-demonstratie waren 200 tot 250 agenten paraat, die bleken niet in staat of onwillig de meest basale politietaken uit te voeren. Auto's werden vernield en demonstranten belaagd. De onderzoekers stellen dat de politie de onveilige situatie en inbreuk op het grondrecht om te demonstreren wel degelijk had kunnen voorkomen. Het probleem is nog actueler door de toenemende polarisatie en de opkomst van een extreemrechtse beweging die zich vanuit de politieke aard keert tegen grondrechten.
Volgens de Inspectie moet de politie beter voorbereid zijn op (grote) demonstraties. "Omdat het aantal demonstraties en de polarisatie in de samenleving toeneemt, zal er meer en meer een beroep worden gedaan op de politie. Zij moeten dan ook nadrukkelijker aandacht geven aan de bescherming van demonstranten wanneer het risico op confrontaties groot is.”
De politie erkent het eigen falen en in de steek laten van burgers: “Wij hadden meer moeten doen om te voorkomen dat de relschoppers hun doel bereikten."