Nederland maakt niet of nauwelijks gebruik van de wettelijke mogelijkheden die er nu al zijn om de macht van grote medicijnfabrikanten te breken. Dat meldt NRC op basis van een rapport dat op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid werd geschreven door de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS). Om dure medicijnen voor een ‘maatschappelijk aanvaardbare prijs’ beschikbaar te maken voor Nederlandse patiënten, zou VVD-minister voor Medische Zorg Bruno Bruins voortaan keihard moeten onderhandelen met farmaceutische bedrijven en bereid zijn de octrooien van fabrikanten te omzeilen of te breken, aldus het rapport.
Medicijnfabrikanten hebben vaak jarenlang een monopoliepositie voor bepaalde medicijnen, gebaseerd op octrooien. Ze kunnen daardoor in principe vragen wat ze willen, zeker als het gaat om levensreddende medicatie voor zeldzame ziektes waar weinig tot geen alternatieven voor bestaan.
Een mogelijk middel dat Nederland zou kunnen inzetten in die onderhandelingen is de ‘magistrale bereiding’. Het is wettelijk toegestaan voor apothekers om zelf een goedkope versie van een duur geneesmiddel te maken waarop nog patent zit, indien dit middel alleen aan de eigen patiënt verstrekt wordt. In de praktijk durven apothekers dat vaak niet aan, uit angst voor slepende juridische conflicten met machtige farmaceuten, en problemen met de Nederlandse inspectie. De overheid zou daarom duidelijk moeten maken dat magistrale bereiding legaal is, en rechtsbescherming bieden aan apothekers die het uitvoeren, aldus de RVS.
In extreme gevallen zou Nederland ook ‘dwanglicenties’ moeten inzetten, waarmee de oorspronkelijke fabrikant gedwongen wordt een licentie af te staan zodat een andere fabrikant het medicijn kan produceren. Dit laatste middel brengt echter wel economische risico’s met zich mee.
Dat er iets moet gebeuren werd duidelijk uit de recente onderhandelingen over het middel Orkambi. Patiënten met een zeldzame taaislijmziekte dreigden hun medicatie niet langer vergoed te krijgen, nadat de onderhandeling tussen producent Vertex en toenmalig minister Schippers mislukten. Eind oktober werd bekend dat het middel toch wordt opgenomen in het basispakket, maar hoeveel Nederland betaalt voor de medicijnen mocht niet bekend worden.
Minister Bruno Bruins erkent het bestaan van een ‘conflict tussen de belangen van de geneesmiddelenindustrie en belangen van de samenleving’ en is ‘elke Nederlander’ de dupe van de hoge prijzen die farmaceuten voor geneesmiddelen vragen.