De natuur en het landschap kunnen tegen een stootje, maar er is een ecologisch kantelpunt dat niet overschreden mag worden.
Na de modernisering van de landbouw door Mansholt is de Nederlandse landbouw snel veel efficiënter geworden. De inzichten en ervaringen hebben gezorgd voor een aanzienlijk betere voedselvoorziening wereldwijd. Later zag Mansholt ook de nadelen van deze werkwijze. De natuur en het landschap kunnen tegen een stootje, maar er is een ecologisch kantelpunt dat niet overschreden mag worden. Het risico van onze huidige manier van landbouw is, dat het kantelpunt wordt bereikt. Daarom wordt nu gestreefd naar een transitie van de landbouw. Deze transitie zou baat hebben gehad bij een leiderschap als dat van Mansholt. Maar helaas voeren nu, stemmingmakerij, navelstaarderij, eigenbelang, getreuzel en de macht van het grootkapitaal de boventoon.
Radicale veehouders en grote agrobelangen gijzelen ons land. Er lag een goudgerand aanbod met het landbouwakkoord: 14 miljard aan subsidies en stoppersregelingen en nog eens 10 miljard voor natuurbeheer, allemaal gefinancierd door de belastingbetaler. Veel modern ondernemende boeren en jonge boeren wilden meedoen. Zij snappen dat niets doen uiteindelijk ook de doodsteek is voor hun bedrijf en niet meer past bij wat ons land kan dragen. Het mislukken van het landbouwakkoord is niet alleen een klap in het gezicht van de goedwillende boeren. Ook kunnen rondwegen en woningen in onze dorpen en steden niet worden aangelegd. En de uitgangspunten voor een vitaal landelijk gebied zijn zonder een landelijk landbouwakkoord niet veel waard. Daarom zou de transitie voortvarend moeten worden aangepakt.
Het vertrouwen in innovaties die op papier zouden werken wordt met de week minder. De boeren voelen zich regelmatig voor de gek gehouden. Luchtwassers, tovervloeren: op papier klopt het, in de praktijk niet. Boeren worden gedwongen enorme investeringen te doen om de aandeelhouders van het agro-industriële complex te blijven spekken, maar ze kunnen vervolgens geen aanspraak meer maken op een fatsoenlijke uitkoopregeling. Het is onmenselijk wat we deze hardwerkende families aandoen.
Meer visie is nodig.
Hoe ziet ons landelijk gebied er straks écht uit? Er mag meer aandacht komen voor de economische ontwikkeling en het aansluiten van woningbouw bij de veranderende demografie. De visie moet vorm hebben zodra een plan voor een vitaal landelijk gebied in werking is gezet en een aantal boeren stoppen. Niet iedere stoppende boer kan vervangen worden door een minicamping of caravanstalling. Daarom is een sociaaleconomische analyse waarbij toekomstige economische ontwikkeling en werkgelegenheid meegenomen worden essentieel.
Een impactanalyse moet antwoord geven op de vraag wat er gedaan wordt met de vrijkomende percelen of delen daarvan. Voor boeren die door willen moet bekeken worden of er mogelijkheden zijn voor minder traditionele landbouw, zoals de kweek van vliegen, krekels of meelwormen, eetbare bloemen, e.d. Dat brengt nuance aan in de huidige discussie die is gepolariseerd tussen intensieve veehouderij of biologisch boeren. Om een visie goed te onderbouwen is het nodig dat de overheid de regie neemt.
Verstedelijkingsontwikkeling is niet de enige optie. Wonen in dorpen is in het kader van de leefbaarheid van het platteland erg belangrijk. Daarom is aandacht voor de woonproblematiek van jong en oud in het landelijk gebied belangrijk.
Het is duidelijk dat in een nieuw kabinet een brede en goed doordachte transitie van de landbouw hoog op de agenda moet komen. We mogen hopen dat een nieuwe minister van landbouw zich daar hard voor maakt, en weerwoord heeft voor de grote agro-business belangen. Want nogmaals, de tijd dringt en er staan grote samenlevingsbelangen op het spel.