Door: Niesco Dubbelboer en Younes Douari
Met de gemeenteraadsverkiezingen voor de deur is het de hoogste tijd om ‘LOKALE DEMOCRATIE’ in kapitalen te schrijven en te bepleiten dat alle politieke besluiten in principe op lokaal niveau genomen worden. Op alle besluiten, dus ook op nationale en internationale beslissingen over grote kwesties als klimaatmaatregelen, migratie of wonen, dienen burgers vanuit hun lokale belang invloed te hebben.
Een cruciaal onderdeel van democratisch en duurzaam beleid is mede-eigenaarschap. En dat is afwezig als er over de hoofden van de meeste burgers heen besluiten worden genomen, die zij als niet van henzelf beschouwen. Veel burgers voelen zich te ver af staan van de huidige politieke besluitvorming. Helemaal als die besluiten gaan over hun eigen leefomgeving, maar buiten hun invloedssfeer worden genomen, in bovenlokale bestuurslagen als regionale overleggen, het parlement of de EU. De huidige structuur om besluitvorming regionaal, nationaal of internationaal te organiseren, haalt op menig beleidsterreinen teveel zeggenschap weg bij burgers (en bij lokale politici overigens).
Wij pleiten voor een radicaal andere benadering. Alle besluitvorming dient zo ‘laag‘ mogelijk georganiseerd te worden. En daar waar besluiten op een hoger niveau worden genomen, dienen de mensen die het meest de gevolgen van dat besluit ervaren, in gelijke mate invloed te hebben op dat besluit.
Waarom is lokaal beter?
In plaats van te blijven accepteren dat veel besluiten steeds weer genomen worden door de hogere lagen in het politieke systeem, pleiten we ervoor om het zwaartepunt van de macht lokaal te verankeren. Dit noemen we ‘lokalisme’, wat betekent: (dat) “..de eigen plaatselijke gemeenschap de voornaamste eenheid in het staatsbestel is of hoort te zijn, waarbij gestreefd wordt naar plaatselijke zelfvoorziening…” (bron Wikipedia, 08/03/2022). Het klinkt misschien als een radicale benadering, maar het kent veel praktische en democratische voordelen voor zowel kleine als grote thema’s.
Neem de klimaatproblematiek. Vorige week verscheen er wederom een alarmerend rapport van het klimaatpanel IPCC over de snelheid waarmee het klimaat verandert. Het stelt de vraag centraal hoe we dit ontzaglijke probleem kunnen oplossen. Wie bepaalt welke oplossingen gekozen worden? Veel mensen zullen meteen naar de EU wijzen als de globale speler die veranderingen kan afdwingen. Maar het lokalisme gaat er juist van uit dat de lokale gemeenschap de oplossingen moet aandragen en ze ook kan uitvoeren. Wij denken dat inwoners binnen de gemeenschap en binnen het kader van de lokale politiek, de vergaande maatregelen die nodig zijn, kunnen initiëren. Met actieve groepen burgers, met gelote burgerberaden, samen met experts en raadsleden, kunnen overal op lokaal niveau doeltreffende maatregelen worden voorgesteld.
Wat zou er gebeuren als lokale gemeenschappen de macht krijgen om over deze vraagstukken na te denken? Als men van onderop zou nadenken over de vraag: hoe gaan we de klimaatverandering tegen? Amsterdam deed het al met het mini burgerberaad Klimaat. Wat als de burgers uit IJmuiden en de inwoners uit Hoofdorp direct mogen meebeslissen over de verduurzaming van respectievelijk Tata Steel en Schiphol?
Denkt u dan meteen oh nee, dan krijg je een NIMBY-effect? Maar kijk eens naar de Veenkoloniën in Drenthe en Groningen. Daar werd niks gevraagd aan de bewoners, zelfs niks aan de gemeenteraden bij het plaatsen van zeer hoge windmolens. Geen enkele lokale inbreng dus. De Veenkoloniale inwoners raakten door nep-inspraakprocedures tot op het bot gefrustreerd.
Het had heel anders gekund. Met de principes van lokalisme zou er in een vroegtijdig stadium overleg zijn geweest met de inwoners, die het meest de gevolgen van de windmolens zouden gaan ondervinden. Dan had men hen kunnen vragen onder welke voorwaarden ze zouden kunnen instemmen met de plannen. Wellicht had dat tot een heel andere uitkomst geleid dan de hoge windmolens die er nu zijn gekomen.
Bewoners van Hoofddorp of IJmuiden weten veel beter wat Schiphol of Tata Steel voor schade toebrengt aan het milieu en de leefomgeving dan beslissers verderop in Den Haag of Brussel. Zij zijn degenen die direct betrokken zijn, en de gevolgen ondervinden.
Belangrijk is dat het bij een dergelijke aanpak niet meer alleen gaat om een simpel ‘voor’ of ‘tegen’, maar om het intrinsiek betrekken van de belangen van de mensen die het meest de gevolgen ervaren van het beleid. Als aan omwonenden en andere direct belanghebbenden wordt gevraagd onder welke voorwaarden ze wel of niet akkoord kunnen gaan met beleidsvoorstellen, krijg je een heel ander beeld. En een andere dynamiek, met meer democratisch gedragen en, hoogstwaarschijnlijk, duurzamer beleid.
Aangetoond is dat lokale gemeenschappen eerder willen investeren in duurzaam beleid wanneer zij direct invloed krijgen over hoe het proces en de uitvoering eruit gaat zien. Geef mensen die de potentieel negatieve consequenties ondervinden een belangrijke stem in de vorm van minimaal zwaarwegend advies in beleidsverandering.
Zij hebben namelijk ‘skin in the game’, een ambtenaar op het ministerie in Den Haag of Brussel niet.
Lokalisme betekent niet dat andere, ‘hogere’ overheden overbodig zijn of niets meer moeten doen. Maar de besluitvorming moet onderop beginnen. Ook bij grote vraagstukken moeten bewoners betrokken worden, gehoord worden en in actie kunnen komen. De manier waarop nu teveel besluiten worden genomen, met eenzijdige van boven opgelegde besluitvorming, betekent fundamenteel dat er iets schort aan onze democratie.
We roepen actieve betrokken burgers, raadsleden en professionals in het lokale bestuur op om hier echt werk van te maken en na te denken hoe we deze democratische vernieuwing kunnen organiseren
Laten we die route in Nederland samen, en van onderaf, gaan ontwikkelen.
Niesco Dubbelboer en Younes Douari zijn verbonden aan Agora Europa / Meer Democratie. Ze maken een podcastserie over lokalisme naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezing.
cc-foto: anaterate