Zolang er geen bordje in de bus hangt dat mensen met een donkere huidskleur achterin moeten stappen, zal het toch wel meevallen?
“Die voetbalteams uit Afrika zijn fysiek wel sterk, maar ze doen allemaal maar wat. Ze hebben natuurlijk geen strategie.” Dat zijn ongeveer de woorden van een voetbalcommentator deze week. Vervang je de woorden ‘voetbalteams uit Afrika’ door ‘negers’ en de opmerking had tot commotie geleid van het kaliber ‘Gordon-en-de-Chinees’ of ‘Zwarte Piet’. Maar nu bleef het stil.
Vermijd ‘rassen’-taal De eerste strategie is die van de eerder genoemde voetbalcommentator. Vermijd termen als ras of huidskleur op vakkundige wijze. Verzin een ander woord voor termen die gaan over ‘kleur’ (geen ‘zwart’!) of ‘ras’. Heb het in plaats daarvan over ‘cultuur’, ‘moslims’, ‘afrikanen’ of gewoon ‘allochtonen’. Maar ondertussen zeg je precies dezelfde dingen die al honderd jaar geleden over ‘negers’, ‘Arabieren’ of ‘buitenlanders’ werden gezegd. Racisme in een modern jasje.
Geef het slachtoffer de schuld Mocht je luisteraar zich pijnlijk bewust worden van de nare boodschap, dan heb je gelukkig nog een goede uitvlucht. Een eeuwenoude manier om discriminatie te ontkennen genaamd ‘blaming the victim’ werkt nog steeds goed. Word je als jongeman van Marokkaanse afkomst niet uitgenodigd op sollicitatiegesprekken? Dan ligt dat vast aan je eigen houding. Deze strategie is ook toepasbaar op andere groepen: krijgen vrouwen minder salaris voor hetzelfde werk? Ze werken vast minder hard. Worden homo’s de wijk uit gepest? Het waren vast vervelende buren. Alles is hun eigen schuld.
Maak er een grapje van Als je daar niet mee wegkomt, dan kun je nog altijd zeggen dat het een grapje was. Neem bijvoorbeeld een groep ‘witte’ vrienden die samen naar het WK kijkt. Een van hen maakt een voetbalspeler met een donkere huidskleur uit voor ‘aap’. Of maakt gekscherend ‘oerwoudgeluiden’. Dan lacht iedereen. Als iemand er dan wat van zegt, is dat een ‘zeurpiet’. “Doe niet zo flauw. Je kan toch wel tegen een grapje?”
Gooi het op een slechte ervaring Maar wat doe je dan als je leest over een bedrijf dat aangeeft geen ‘negers’ aan te nemen? Een flinke uitdaging om te ontkennen dat dit racisme is en het onder het tapijt te vegen. Maar ook dan is er een uitweg! Je kunt zeggen dat het heel logisch is dat dit bedrijf dit doet, want ze hebben vast slechte ervaringen met ‘die mensen’. En dan zou het bedrijf toch stom zijn als ze nog een keer zo’n iemand aannemen? Een oplettend lezer valt vast op dat in dit geval de persoon niet als individu wordt beoordeeld, maar op basis van vooroordelen over de etnische groep. En dit noemen we toch echt racisme.
Volgende rode kaart? Racisme vinden veel mensen iets van vroeger. Iets van Hitler of slavenhouders. Iets wat voorkomt in Amerika of Zuid-Afrika. Zolang er geen bordje in de bus hangt dat mensen met een donkere huidskleur achterin moeten stappen, zal het toch wel meevallen? De vraag is hoe wij uit deze ontkenning komen. Het zou een teken van lef zijn als we niet wachten op de volgende rode kaart van de Commissie van de Mensenrechten of zelfs de VN. De zaak is namelijk al lang helder. Laten we zelf de bal op de stip leggen en scoren met een stevige antidiscriminatie aanpak. Hier ligt een schone taak voor gemeenten, lokale organisaties en burgers zélf. De stad of dorp die het beste scoort verdient de beker. En ondertussen winnen we allemaal. Want bij racisme is iedereen uiteindelijk de verliezer.
Hanneke Felten schreef dit stuk samen met Maurits Boote van Movisie