Tweede Kamerlid Lilianne Ploumen en europarlementariër Kati Piri, beiden van de PvdA, hebben een werkbezoek aan Marokko afgebroken. De politici kregen plots te horen dat noordoostelijke kuststeden Al Hoceima en Nador niet mochten bezoeken. Beide steden zijn bolwerken van de protestbeweging tegen de achterstelling van het Rif-gebied. Ze hadden eerder in Casablanca de rechtszaak bijgewoond tegen Nasser Zafzafi, leider van de Hirak-beweging. Hij verklaarde mishandeld te zijn. De rechter ondervroeg hem meermalen naar zijn banden met Marokkanen in Nederland en België. De NOS meldt :
De Rif-protesten ontstonden in het najaar van 2016, na de dood van visverkoper Mohsin Fikri. De protestbeweging Hirak strijdt sindsdien voor verbetering van de leefomstandigheden in de Rif-regio, in het noorden van Marokko. Sinds mei vorig jaar zijn zo’n duizend betogers opgepakt. Van hen zitten er tussen de 300 en 400 nog vast. Mensen van buiten Marokko die een link hebben met de Hirak, ook al is dat maar één Facebook-bericht, durven zich nauwelijks meer op Marokkaanse bodem te begeven.
We kregen te horen dat de lokale autoriteiten in de stad Al Hoceima niet willen dat we komen. Wij wilden onze solidariteit betuigen en de situatie in de Rif met eigen ogen zien. Wij zouden daar praten met familieleden van de protestleiders, onder wie die van Nasser Zefzafi, die nu in Casablanca terechtstaat. Wij ontmoetten de familie Zefzafi maandag al in de rechtbank, maar we zouden hen nog eens spreken in huiselijke kring. Ons bezoek hebben we enige tijd geleden aangekondigd en we zijn ook transparant geweest over dit onderdeel. Omdat we niet naar Al Hoceima mogen, hebben we onze bezoeken aan de steden Melilla en Nador ook afgezegd.
Piri en Ploumen willen de misstanden aan de kaak stellen vanwege de mensenrechten maar constateren ook dat de onderdrukking een nieuwe exodus van vooral jonge Marokkanen naar Europa op gang brengt. Ruim driekwart van de Marokkaanse Nederlanders heeft roots in de Rif.