Volgende week wordt de nieuwe pensioenwet in de Eerste Kamer behandeld en de verwachting is dat een meerderheid, waaronder de combinatie PvdA/GroenLinks, in de senaat Rutte IV zal helpen om deze wet aangenomen te krijgen.
De debatten in de Tweede Kamer over deze wet heb ik destijds met verbazing gevolgd. Nadat ik me eerst had verdiept in de belangrijkste kritiekpunten op de wet die experts hadden geuit. Waarbij ik vooral had gelet op kritische factoren in de uitgangspunten en uitvoering van de wet. Waarover voor- en tegenstanders het eens waren.
Zoals de latente risico’s van het invaren, de mate van betrouwbaarheid waarin de individuele pensioenpotten worden vastgesteld, de uiterst onzekere inflatiecijfers en meer onzekere financieel economische en juridische data. Kritische factoren die glashelder in één richting wijzen: niet doen! De kans dat het met voornoemde grote risicofactoren goed komt is immers vele malen kleiner dan de kans dat de transitie en uitvoering van de nieuwe pensioenwet op een compleet fiasco uitdraait voor alle pensioendeelnemers.
Voor mij werd al snel duidelijk dat de coalitie ten koste van alles deze wet erdoor zou willen jagen. Waarbij haast de allesbepalende factor was om voor de benoeming van de nieuwe senatoren de wet ook nog door de Eerste Kamer te kunnen loodsen.
De PvdA ging overstag in de Tweede Kamer omdat er een toezegging kwam dat er een verplichte pensioenregeling zou komen voor ZZP’ers. Ideologisch een nobel streven om te voorkomen dat in de toekomst een legioen gepensioneerde ZZP-ondernemers een beroep op sociale bijstand zal moeten doen omdat een aanvullend pensioen naast de AOW anders niet geregeld is. Vanuit de praktijk een doelstelling die op voorhand al gedoemd is te mislukken vanwege de slechte financiële inkomenspositie van veel ZZP’ers en hun afkeer om zich vanwege geldgebrek goed te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid en pensioen.
Voor deze politieke fopspeen van Rutte IV is de combinatie PvdA/GroenLinks bereid om alle hiervoor genoemde risicofactoren opzij te zetten. Risicofactoren die voor heel veel leden van hun achterban, als het in de uitvoering van de wet mis gaat, enorme financiële gevolgen zal hebben.
Pieter Omtzigt heeft, als inhoudelijk met afstand het beste Tweede Kamerlid in deze complexe pensioenmaterie, recent zijn bezwaren nog eens toegelicht als motivatie van zijn advies aan alle senatoren van de huidige Eerste Kamer: Doe het niet!
De huidige PvdA/GroenLinks senatoren doen er verstandig aan om de kritiekpunten die Omtzigt aangeeft nog eens goed tot zich te nemen alvorens hun stem uit te gaan brengen. De senaat heeft als belangrijkste taak te controleren of een wet zorgvuldig tot stand is gekomen en te beoordelen of in de uitvoering voorzienbaar niets enorm fout kan gaan. Deze wet heeft objectief gesproken teveel open eindjes en economische onzekerheden, zodat het een gok is of überhaupt de doelstelling van de wet, een koopkrachtig pensioen, wel kan worden gehaald.
Bezint eer ge begint, luidt het spreekwoord. Dit gaat om een financieel belang van 1500 miljard euro. Daarover een verantwoord besluit nemen kan je als senaat niet zorgvuldig genoeg doen.