Toen ik het opiniestuk van de Israëlische ambassadeur, Modi Ephraim, over de pro-Palestijnse demonstraties aan universiteiten in de Volkskrant las, dacht ik aan de autobiografie van Benjamin Netanyahu. Bibi beschreef daarin de krachtige invloed van kranten, met name via hun opiniestukken. Hij benaderde de vijftig belangrijkste Amerikaanse kranten. Door elke paar maanden een opiniestuk in te dienen “konden we een kritische massa genereren om invloed uit te oefenen op senatoren en andere besluitvormers. Ik heb een kleine cottage-industrie opgezet binnen de ambassade om deze opiniestukken te schrijven en te distribueren. De stukken, scherp geformuleerd door gerekruteerde schrijvers, werden ondertekend door Israëlische consuls... We bedekten al snel de belangrijkste Amerikaanse opiniegebieden met een constante stroom van pro-Israëlische stukken.”
Bibi heeft dus een leger van professionele propagandaschrijvers opgezet en de kranten zijn daarvoor gevallen. Het grootste probleem is echter niet dat Ephraim propaganda schrijft, maar dat zijn stuk vol drogredenen zit. Hij besteedt weinig aandacht aan de argumenten van de demonstranten en valt hen aan met ad hominems. Ephraims argumentatie bevat diverse logische drogredenen: Overhaaste generalisatie: De tekst generaliseert de acties en intenties van alle demonstranten op basis van het gedrag van enkele opvallende individuen. Hij stelt dat het ware doel van de demonstranten de vernietiging van Israël is, gebaseerd op acties en leuzen van sommige deelnemers. Stropopargument: De misinterpretatie van de intenties van de studenten vereenvoudigt onterecht de gevarieerde motivaties en overtuigingen van de betrokken individuen. Ad hominem: De tekst valt het karakter van de demonstranten aan, door hen te labelen als 'oproerkraaiers' en hen te associëren met geweld en antisemitisme. Schuld door associatie: De ambassadeur koppelt demonstranten aan Hamas door te stellen dat ze steun tonen voor daden van terrorisme, wat de zaak van de demonstranten in diskrediet brengt. Beroep op angst en emotie: In zijn argument gebruikt Ephraim grafische beschrijvingen van geweld door Hamas om angst op te wekken, wat de discussie overschaduwt.
Ephraim hanteert zelf dubbele standaarden. Hij eist dat Palestina-supporters optreden tegen Hamas, maar vraagt niet hetzelfde van Israël-supporters ten aanzien van Israëlische overtredingen. Dit ondermijnt zijn argument. Bijvoorbeeld in februari behandelde het Internationaal Gerechtshof opnieuw de Israëlische bezetting van Palestijnse gebieden. Nederland betoogde tijdens de zitting in het Gerechtshof dat annexatie van bezet gebied verboden is en een bezetting tijdelijk moet zijn. Nederzettingen in bezet gebied zijn oorlogsmisdaden, aldus het kabinet. Landen mogen geen illegale situaties erkennen of steunen en moeten samenwerken om ernstige overtredingen te stoppen.
Tijdens de zitting demonstreerden CIDI en Christenen voor Israël ten behoeve van Israël. Tijdens het bezoek van de Israëlische president aan het Holocaustmuseum demonstreerden ook Israël-supporters. Joodse studenten schrijven petities en demonstreren voor Israël. Maar Ephraim eist van deze Israël-supporters niet dat zij ook de Israëlische oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen en andere volkenrechtelijke schendingen veroordelen. Hij verwacht wel dat Palestina-supporters opkomen voor de Israëlische gijzelaars, maar van de Israël-supporters eist hij niet dat zij opkomen voor de Palestijnen onder bezetting. Sterker nog, Ephraim doet zelf niet wat hij preekt. Hij bekritiseert alleen de Palestijnen en niet Israël. Hij komt alleen voor de Israëliërs op, maar niet voor de Palestijnen. Ephraims argument is een whataboutisme. Let op: ik zeg niet dat Ephraim zou moeten doen wat hij preekt, ik wil alleen aantonen dat het normaal is binnen democratische debatten om alleen voor één partij op te komen en een andere partij te bekritiseren.
Het kabinet betoogde voor het Internationaal Gerechtshof dat Nederland verplicht is om iets tegen de bezetting te doen en de Palestijnen te helpen een onafhankelijke staat te bereiken. Desondanks handelt het kabinet niet vanwege onvoldoende publieke druk. Westerse massamedia publiceren al 56 jaar opiniestukken van Israël-supporters die voornamelijk drogredenen en onwaarheden bevatten, zonder deugdelijke argumenten. Drogredenen zijn als parasieten die de hersenen van sommige dieren overnemen en vervolgens het lichaam van het dier controleren om te doen wat goed is voor de parasiet. Op dezelfde manier infecteren drogredenen het brein van mensen. Daardoor vormen de media een van de redenen waarom er onvoldoende publieke druk op regeringen is, waardoor Israël in staat is om haar territorium illegaal uit te breiden en steeds meer Palestijnen te verdrijven. Daarom zou het verstandig zijn als opinieredacties evident onlogische argumenten uit opiniestukken zouden verwijderen.
Meer over:
opinie, modi ephraim, israël, de volkskrant, pro-palestina, protesten, benjamin netanyahu, propaganda