Een verkeerde levensstijl is niet alleen een kwestie van individuele
keuzevrijheid, maar ook van leefomgeving en leefgewoontes. De rol van de
overheid mag daarom niet worden gebagatelliseerd
Hoe armer je bent, hoe eerder je sterft. Helaas is dat ook in Nederland nog altijd de praktijk. Nederlandse vrouwen met een laag inkomen en/of een lage opleiding leven gemiddeld ruim 6 jaar korter dan vrouwen die hoger op de maatschappelijke ladder staan. Bij mannen is dit verschil zelfs meer dan zeven jaar. Cynisch genoeg weten we ook dat ‘welvaartsziekten’, ziekten die ontstaan door onze levensstijl, juist bij mensen met de laagste inkomens het meest voorkomen. Wie weet dat de inkomensverschillen de afgelopen jaren zijn toegenomen zal dan ook niet verbaasd zijn dat de sociaaleconomische gezondheidsverschillen de afgelopen jaren niet kleiner zijn geworden. De oplossing van dit probleem zit voor een groot gedeelte in één woord: preventie.
Door Henk van Gerven en Renske Leijten
Maar om te komen tot een structurele verbetering van preventie is een radicale koerswijziging nodig. In plaats daarvan maakt deze regering van VVD en PvdA een zeer opmerkelijke keuze bij het aanpakken van de gezondheidsverschillen in onze samenleving. Ze leggen die verantwoordelijkheid bij zorgverzekeraars en bij voedsel- en frisdrankfabrikanten. Maar hebben deze twee branches wel belang bij preventie?
Zorgverzekeraars staan niet te springen om te investeren in preventie, want op de korte termijn zullen ze daar zelf niet de vruchten van plukken. De gevolgen van het overlaten van preventie aan Coca-Cola of McDonald’s laten zich raden. Voedsel- en frisdrankfabrikanten zullen preventie wellicht inzetten als marketingstrategie. Maar om te denken dat voor hen preventie belangrijker zal zijn dan de drang naar winstmaximalisatie is ronduit naïef te noemen. Coca-Cola die reclame maakt om minder frisdrank te drinken en McDonald’s die de oorlog verklaart aan vet?
Naast de praktische bezwaren is er ook een principiële reden om preventie niet over te laten aan de markt. De commissie Albeda concludeerde al in 2001 dat “op groepsniveau systematische verschillen worden aangetroffen in ongezond gedrag”. Een verkeerde levensstijl is niet alleen een kwestie van individuele keuzevrijheid, maar ook van leefomgeving en leefgewoontes. De rol van de overheid mag daarom niet worden gebagatelliseerd. Programma’s die gericht zijn op verandering van gedrag en een gezonde levensstijl slaan voornamelijk aan bij hoger opgeleiden. De grote verandering moet echter teweeg worden gebracht bij mensen met een lagere opleiding. Goed preventiebeleid vraagt om langdurige inzet van programma’s die de leefomgeving en de leefgewoontes verbeteren. Op het werk, in huis, op school, in de buurt én met goede zorg.
Daarom stellen wij voor om bij nieuw beleid niet alleen de economische effecten als maatstaf te nemen, maar ook de effecten op de sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Om die verandering te realiseren moet het besef doordringen dat het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen primair een verantwoordelijkheid is van de overheid. De overheid zal alleen wetten moeten maken die bijdragen aan het verkleinen van die verschillen, in plaats van de verschillen te vergroten. Invoering van een eigen risico in de zorg of een leenstelsel voor studenten, waardoor jongeren uit een gezin met een laag inkomen worden ontmoedigd om te gaan studeren, horen daar niet bij. Ook de explosie van huurprijzen werkt contraproductief.
Naast dat ook de effecten op de sociaaleconomische gezondheidsverschillen als maatstaf moeten worden genomen, vinden wij dat projecten die gericht zijn op het verkleinen van deze verschillen betaald moeten worden uit een fonds. We noemen dit het Preventiefonds Verkleining Sociaaleconomische Gezondheidsverschillen. Op deze manier kunnen langlopende projecten gefinancierd worden en komen goede projecten niet stil te liggen vanwege het ontbreken van rendement op de korte termijn. Uiteindelijk zal de verkleining van de gezondheidsverschillen meer welzijn en welvaart voor iedereen opleveren.
Preventie is een serieuze overheidstaak. Daarom moet je preventie niet overlaten aan Coca-Cola, McDonald’s of Achmea. De overheid moet het heft in eigen handen nemen om de fundamentele oorzaken van sociaaleconomische gezondheidsverschillen aan te pakken. Dat gaat veel verder dan individuele gedragsverandering. Het komt aan op het verkleinen van verschillen in opleiding en inkomen in combinatie met een toegankelijke gezondheidszorg. De Commissie Albeda deed al in 2001 aanbevelingen om deze problemen aan te pakken en sindsdien is er van de uitvoering nog niets terecht gekomen. Als deze regering ook maar de schijn wil wekken dat ze preventie serieus neemt, dan laat ze het niet over aan bedrijven, maar neemt ze zelf verantwoordelijkheid.
Henk van Gerven en Renske Leijten zijn Tweede Kamerleden voor de SP, Henk van Gerven is tevens oud-huisarts