Wij wonen hutjemutje tussen de kippen op een mesthoop.
Wordt onze gezondheid bedreigd door vogelgriep?
In Son en Breugel zijn vorige week woensdag 170.000 kuikens geruimd nadat er de ziekte was geconstateerd. Vrijdag nog eens 64.500 dieren op een kalkoenfokkerij in Hedel.
Deze 34e en 35 e besmetting van een Nederlands pluimveebedrijf komen nog eens boven op het anderhalf miljoen dieren dat sinds oktober vorig jaar werd gedood. Er bestaat een vaccin om de ziektelast te verminderen, in het buitenland met succes al bij twee miljard kippen toegepast. Maar onze boeren zien op tegen vaccinatie, want veel landen accepteren geen vlees van gevaccineerde dieren. En ons pluimvee wordt nu eenmaal vooral voor de export geproduceerd.
Dat is het hoofdprobleem: de grootschalige, intensieve productie.
Nederland is alles bij elkaar de grootste vleesexporteur in de EU, maar moet Polen net iets laten voorgaan als het om pluimvee gaat. Gelukkig zitten we met de eieren weer aan de top.
Kijk eens op de kaart van Europa hoe klein ons gave landje is. In de EU zijn twintig landen qua oppervlakte groter dan wij, inclusief de drie Baltische staten en Denemarken. Acht keer zo groot is Polen, Frankrijk 14 keer.
Maar qua inwoners staan we in de toptien, op nummer zeven. Wij wonen dus eigenlijk hutje bij mutje tussen de kippen op een mesthoop. Al moeten we de eenden en de kalkoenen niet uitvlakken. Denk aan de kalkoenfabriek in Ermelo die 61 keer zoveel stikstof uitstoot als een gemiddeld boerenbedrijf. Dit ene bedrijf stoot dus meer per jaar uit dan de vermindering die het verlagen van de maximumsnelheid tot 100 kilometer per uur opleverde.
Vaccinatie is een acuut probleem volgens wetenschappers – die rekening houden met het overslaan van de vogelgriep naar mensen – en (ex-)medewerkers van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit.
Zo overtreden boerderijen massaal de regels voor het vaccineren van dieren tegen ziekten als de zoönose Q-koorts. ‘Maar dat zijn dingen die niet naar buiten mogen komen, want dat is slecht voor de sector. We zijn inspecteurs, maar als je uren besteedt aan controles, krijg je godsgruwelijk op je donder.’ Controles op inentingen zouden door de leiding zijn ‘afgekapt’ en mogen volgens hem ‘niet meer op eigen waarneming’.
Ja, die Q-koorts. We herinneren we ons heel goed dat in 2007 de CDA-ministers van Landbouw en Milieu, Gerda Verburg en Ab Klink, weigerden te openbaren waar de getroffen bedrijven precies waren gesitueerd. Vanwege de privacy van de geitenfokkers. Sommige bedrijven grensden aan woonwijken. Er vielen 74 doden en tot op de huidige dag betreuren we tweeduizend chronisch zieken. Overigens zijn er, ondanks dat er vier jaar geleden een geitenmoratorium werd ingesteld in een aantal provincies, meer geiten dan ooit. In Gelderland groeide het aantal sinds de stop met vijftig procent. De Raad van State heeft, eveneens vorige week woensdag, vastgesteld dat landelijk de wettelijke grond voor provincies ontbreekt om de geitenstop te handhaven. Terwijl er uit het onderzoek Veehouderij en gezondheid omwonenden (VGO) bijvoorbeeld blijkt dat binnen een halve kilometer van een geitenhouderij een veel grotere kans op longontsteking bestaat.
Terug naar de NVWA, die is inderdaad uiterst soepel. Stelde na de vogelgriepuitbraak in de Gelderse Vallei een uitzondering in op het regionale verbod op het vervoeren van dieren, om weer extra kuikens in de stallen in dat gebied te kunnen plaatsen en idem om transporten naar slachthuis Tomassen Duck-To in Ermelo mogelijk te maken.
Dit past in het patroon dat de overheid de grote spelers in de agrarische industrie zowel landelijk, provinciaal als lokaal faciliteert en ijverig voor hen in Brussel blijft lobbyen. Zo lijkt ze daar succes te krijgen met weer een jaar veel meer mest uit te mogen rijden dan de EU-norm toestaat.
Datzelfde Brussel noemt overbezorgd de huidige uitbraak van vogelgriep de grootste ooit en er zijn als gezegd steeds meer wetenschappers die ons waarschuwen voor een nieuwe zoönose.
Daarom was ik zo benieuwd naar het debat over zoönosen met de ministers Staghouwer en Kuipers in de gezamenlijke Kamercommissies voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 24 februari. Het standpunt van de vertegenwoordigers van VVD, CDA en SGP bleek voorspelbaar. Natuurlijk geen krimp, eigenlijk liever groei, maar wel ‘maatwerk’ en boeren compenseren. Zij het dat de SGP het wel heel bo(n)t maakte. De Chinese hygiëne zou onvoldoende zijn. Biologische boeren en hobbyisten vormen het werkelijke gevaar, want die laten dieren buiten lopen. Vergeet volgens de SGP ook niet de wilde watervogels en wilde zwijnen en buitenlandse werknemers die besmet materiaal naar ons meenemen. Die kunnen het beste worden afgeschoten. Nee, niet die arbeidsmigranten.
Wellicht deze ongewoon harde toon omdat de SGP ook namen de BBB het woord mocht voeren. Van der Plas was ziek.
Positief was dat de vertegenwoordigers van PvdD, GL, SP, PvdA en D66, alle op hun eigen manier, voor een spoedige reductie van de veestapel waren en een transitie naar kleinschaliger, biologische bedrijven. Ze zagen de gevaren van een mutatie van de vogelgriep naar mensen. Beseften dat die megastallen met pluimvee superhaarden voor een uitbraak vormen.
Ja, ook coalitiepartner D66. En hoe reageerde de geleerde D66’er Ernst Kuipers, minister VWS? Eerder was hem gevraagd of hij de NVWA weer onder zijn ministerie wilde laten vallen, zoals dat onder zijn partijgenoot Borst was gebeurd. Zoals we weten regelde later voor Balkenende II Cees Veerman (CDA) dat het weer onder Landbouw kwam. Sindsdien werd er jarenlang structureel verder bezuinigd op inspectiediensten als de NVWA en de GGD. Deels vanuit de neoliberale ideologie van een kleine overheid en een vertrouwen in de zelfregulerende werking van marktpartijen. Maar ook omdat de NVWA wat soepeler moest optreden. Het gaat immers om belangrijke exportproducten.
Kuipers vond het prima zo. Steunt het beleid van LNV, net als zijn voorganger De Jonge. Wel krijgt de gekortwiekte NVWA er een beetje geld bij. En ja, Kuipers wil best ook wel wat meer op zwijntjes laten jagen. Geen uitspraak over krimp.
Jammer, want drastische beperking van de veestapel in combinatie met kringloop en meer biologisch boeren zou een win-win-win-win-situatie scheppen. De intensieve veehouderij fnuikt het dierenwelzijn, vervuilt het drinkwater en beschadigt de omringende natuur. Verder zorgt zij voor stank, fijnstof, longontsteking, COPD, astma en antibioticaresistente bacteriën. Intensieve veehouderij zorgt volgens het RIVM voor ruim de helft van de 11.000 doden jaarlijks door fijnstof. Nederland is ook groot – nummer twee – in de import van landbouwproducten en levert daarmee een enorme bijdrage aan de wereldwijde ontbossing, die bovendien locale samenlevingen ontwricht. De aldaar geoogste soja en palmolie wordt via zeer vervuilende schepen hierheen vervoerd.
Die ellende is dan allemaal niet meer nodig.
Er valt nog meer winst te behalen. Dood of levend vlees hoeft namelijk niet meer massaal door heel Europa te worden getransporteerd en er zijn geen nieuwe grote distributiecentra en slachterijen meer nodig. Geen nieuwe wegen voor al die vrachtwagens. Pluimveebedrijven in waterrijke gebieden kunnen worden opgekocht en omgevormd worden tot nieuwe natuur of milieuvriendelijke landbouw. Het innovatieve deel van de landbouw kan verplaats worden naar flatgebouwen op industrieterreinen. Naar leeggekomen distributiecentra en slachterijen.
En last but not least, met kleinere bedrijven zal de kans op zoönosen substantieel afnemen.
De watervogels, zwijnen en buitenlandse werknemers zullen voortaan met rust worden gelaten.