De ruzie tussen lijsttrekker Esther Ouwehand en het inmiddels afgetreden bestuur van de Partij voor de Dieren galmt nog na. Ouwehand zegt meer democratie te willen, tegelijkertijd komen er steeds meer details naar boven die haar narrative ontkrachten. In dit opiniestuk zal ik beargumenteren dat de machtsstrijd tussen het bestuur enerzijds en lijsttrekker Ouwehand anderzijds, het resultaat is van een gebrekkige partijdemocratie.
Meteen kwam er een storm van kritiek op het besluit van het bestuur om toch niet voor Esther Ouwehand als lijsttrekker te gaan. De kritiek is merkwaardig te noemen, net zoals de steun voor Ouwehand, aangezien het bestuur niet bekend heeft gemaakt om welke reden zij de voordracht van Esther Ouwehand heeft ingetrokken. Het zou om een integriteitskwestie gaan en verdere details zijn niet bekend gemaakt. NRC heeft inmiddels berichten ontvangen dat het gaat om ‘Stalinistische trekken’ en ‘controledrang’.
Een zichtbaar opgeluchte Ouwehand had het voor de RTL camera’s over de “prachtige democratische partij”, nadat bekend was geworden dat het bestuur zou aftreden en zij toch de kandidaat-lijsttrekker wordt. Democratisch? Kort ervoor maakte ze nog verwijten dat de partij een gebrek aan democratie heeft en nodig moest professionaliseren. Wordt de partij met een bestuur dat aftreedt opeens democratisch?
Nog steeds ontkent Ouwehand geen kennis te hebben van de beschuldigingen terwijl volgens het afgetreden bestuur de beschuldigingen wel zijn gedeeld met haar. Als we verder inzoomen op het conflict tussen deze twee, komen we wat meer te weten alhoewel er niet expliciet over is gesproken.
In het artikel De andere kant van Esther Ouwehand van de NRC van 17 september worden verdere details gegeven aangaande de beschuldigingen en dat levert de lijsttrekker geen fraai beeld op. Zo wilde ze een goede vriend van haar, die net was opgestapt als VVD-Kamerlid, woordvoerder maken, waar het bestuur een stokje voor stak. Wel heeft ze deze vriend als campagneleider kunnen aanstellen.
Verder blijkt uit gelekte mails hoe ze haar invloed op de partij wilde vergroten. Zo schrijft haar fractiemedewerker: “Wat het bestuur in ieder geval moet erkennen is dat jij partijleider bent, ook al kennen de statuten deze term niet”. In haar brief van 8 september van Esther Ouwehand komt ze met een aantal eisen en verwijten. Het meest concreet zijn de eisen die ze stelt als voorwaarde om door te gaan als lijsttrekker. Zo wil ze invloed hebben op de kandidatenlijst.
Hoe verenigt zij deze eis met haar eigen oproep voor democratisering binnen haar partij? Hebben we niet een kandidatencommissie die deze verantwoordelijkheid, onafhankelijk, moet uitvoeren? Zouden de verschillende organen niet verschillende verantwoordelijkheden moeten dragen, juist om een gezonde balance of power te hebben. In mijn vorige opiniestuk heb ik beargumenteerd waarom Nederlandse politieke partijen ondemocratisch zijn.
Een lijsttrekker die invloed heeft op de kandidatenlijst zal haar eigen vertrouwelingen op die lijst willen hebben. Nu de concept-kandidatenlijst bekend is gemaakt, lijkt het er inderdaad op dat Esther Ouwehand hier invloed op heeft gehad. Zo staat op nummer 2 Christine Teunissen, het Kamerlid dat uitgerekend de meest uitgesproken pro-Ouwehand mening heeft.
Terwijl Kamerlid Lammert van Laan op een onverkiesbare plek 20 staat, het Kamerlid die zich neutraal opstelde in het conflict en getrouwd is met één van de oprichters van de partij. Zijn neutrale houding bezorgt de man op X vele negatieve reacties van pro-Ouwehand supporters. Dat deze mensen zich goed verenigd hebben en een actieve mediacampagne voeren stond ook in de NRC van 12 september. Zo zei een anonieme lid: “De druk vanuit de leden die Ouwehand steunen, groeit met de dag. En partijleden die kritisch zijn over Ouwehand durven zich publiekelijk nauwelijks meer te uiten”.
In het artikel van de NRC van 17 september, erkent Ouwehand dat haar advocaten het bestuur hebben gesommeerd om haar alsnog als kandidaat-lijsttrekker voor te dragen. Daar heeft het bestuur, 2 minuten voor het verstrijken van de deadline, gevolg aan gegeven. Het maakt het dan niet onlogisch om te denken dat ze ook invloed heeft gehad op de rest van de kandidatenlijst, gezien de genoemde wijzigingen.
Vooralsnog lijkt alles in haar voordeel te werken. Dat zal vooral blijken uit de namen van het nieuwe te installeren bestuur. Kamerlid Leonie Vestering, die in onmin leefde met Ouwehand, is onlangs opgestapt en heeft op X verklaard dat het bestuur haar op plek 2 had willen zetten.
Verder zegt ze met deze conceptlijst en samenstelling niet mee te doen aan de verkiezingen. Eveneens valt op dat de conceptlijst behoorlijk wit is. Vestering was ook een Kamerlid dat zich publiekelijk neutraal opstelde in het conflict. Het is opvallend te noemen dat de fractieleden ofwel Ouwehand steunen ofwel zich neutraal opstellen.
Niemand heeft zich publiekelijk tegen Ouwehand gekeerd. Waarschijnlijk omdat ze niet publiekelijk de wind van voren willen hebben, maar misschien zegt het ook wat over de effectieve (media)strategie die Ouwehand voert. Zo onthulde Nieuwsuur hoe berekenend ze bezig was om een bestuurslid weg te krijgen. Haar fractiemedewerker mailde haar: “Conflict in het bestuur blijven brengen”, en: “rest van het bestuur in de juiste groef krijgen”. Volgens de lijsttrekker zou het slechts gaat om een ‘brainstormsessie’.
Als Ouwehand daadwerkelijk de partij wil democratiseren en professionaliseren, zou ze allereerst moeten pleiten voor een gekozen lijsttrekker door de leden. De lijsttrekker is tegelijkertijd de politiek leider en het gezicht van de partij die voor een groot deel verantwoordelijk is voor de verkiezingsuitslag. Dus het is een invloedrijke positie en het zal aan legitimiteit winnen als deze door de leden wordt gekozen. In zo’n situatie kan het bestuur de lijsttrekker niet zomaar publiekelijk afvallen aangezien deze het vertrouwen van de leden geniet. Daarnaast zou je de leden ook kunnen laten stemmen over belangrijke issues als welke richting de partij op zou moeten.
In de brief van Ouwehand lezen we ook dat er onenigheid is over de koers. Zo zou het afgetreden bestuur steevast de partij in de oppositie willen houden, ook in de lokale afdelingen, terwijl Ouwehand het tijd vindt om onderdeel te vormen van de coalitie. Deze claim van Ouwehand wordt overigens in het NRC-artikel onderuit gehaald. Maar dat terzijde. Waarom zouden de leden niet mogen stemmen over zo’n belangrijke koers(wijziging)?
Als je een volwassen democratische organisatie wil zijn, zou je een strikte scheiding der machten moeten hebben: een politiek leider, kandidatencommissie en het bestuur, die onafhankelijk van elkaar functioneren. Nu is de concept-lijst gemaakt door het bestuur en wordt deze definitief op het congres, waar de leden mogen stemmen. Dat dit slechts een formaliteit zal zijn blijkt uit het feit dat er geen alternatieven zijn voor de leden. Dus behalve Ouwehand is er geen andere kandidaat-lijsttrekker en ze zal daarom onmogelijk kunnen verliezen op het partijcongres. Als de leden meer invloed krijgen, zal dat een hoop mogelijke conflicten in de toekomst voorkomen, want de leden kan je eenmaal niet kwalijk nemen op hun gekozen voorkeur.
Dat de PvdD geen ledendemocratie kent is niets nieuws en het zou oneerlijk zijn om alleen Ouwehand hiervoor verantwoordelijk te stellen. Oprichter Marianne Thieme draagt ook haar steentje bij. Zij was lijsttrekker sinds het ontstaan van de partij in 2002, tot en met 2019. In de jaren 2002 – 2010 combineerde ze deze functie met het partijvoorzitterschap, een constructie die tegen alle principes van democratisch bestuur ingaan.
De ruzie in 2010 tussen Thieme en Ouwehand was eveneens een machtsconflict. Dit kan voorkomen worden als er ledendemocratie bestaat waarbij macht wordt gedeeld tussen politici en leden. Dit betekent in de praktijk: een gekozen lijsttrekker, een gekozen bestuur en een gekozen kandidatencommissie die onafhankelijk van het bestuur haar werk kan doen.
Daarnaast zouden Kamerleden een maximaal aantal termijnen moeten hebben, juist om de weg vrij te krijgen voor jonge, frisse politici die ook een kans verdienen. Ouwehand is overigens één van de langstzittende Kamerleden. Hopelijk zullen de PvdD en andere ondemocratische politieke partijen lering trekken uit dit machtsconflict en de eigen organisatie daadwerkelijk willen democratiseren en professionaliseren.