Waar blijft eigenlijk die Top 100 van uitsluitend Nederlandstalige geinige singeltjes?
In lijfkrantje ARGUS werd onlangs aandacht besteed aan het enorme succes van de Witte Raaf van de Vaderlandsche popmuziek ‘Dr. Bernhard’. Een krankzinnige concoctie waarin een zangeres en een zingzeggende quizmaster samen een dramatisch verhaal te berde brengen. En het werkte nog ook. Mede door de zwoele stem van zangeres Bonnie St. Claire overstijgt deze cover het origineel ‘Sister Mary’ uit 1976 (Joe Dolan) volledig en het werd een nummer dat mensen tot op de dag van vandaag herkennen en meezingen. Ook al door de meeslepende, dramatische muziek.
In zijn Top 100 van Nederlandstalige singles schift liefhebber Vic van de Reijt aan de voordeur. Nederlandse 45-toerenplaatjes van vinyl only en in zijn ‘Top’, geen covers. Fraaie begeleidende tekst motiveert dan ook het ontbreken van o.a. Marco Borsato’s monsterhit ‘Dromen zijn bedrog’: “..dubbel uitgesloten: alleen op cd verkrijgbaar én oorspronkelijk Italiaans”. Dan nog lukte het Van Reijt moeiteloos een honderdtal pareltjes bij elkaar te verzamelen voor deze collectie.
Johnny Hoes, Peter Koelewijn en Pierre Kartner schreven als ware Godfathers van het Nederlandse lied een gigantisch oeuvre bij elkaar en we mogen Koelewijn hier wel de titel van ‘Ongekroonde Koning van de CultNederpop’ toebedelen. Was ‘Kom van dat dak af’ nog een gezellig onzinnummer met zijn ‘Help Help’ (Ronnie en de Ronnies) en vooral ‘KL204 zie je’ (beter bekend onder de titel: ‘Als ik God was’) schrijft hij zich regelrecht de muzikale cultkanalen in. Mooie, vrije tijden waarin Bob Bouber met niet mis te verstane fatalistische inslag ‘Ik heb genoeg van jou’ en ‘Ik heb geen zin om op te staan’ kon zingen zonder zich daarvoor drievoudig op tv, site en blog voor hoefde te verantwoorden. Grappige, eigenzinnige plaatjes vormen overigens een genre op zich.
Volstrekt willekeurige top-vijf van ‘geinige’ plaatjes:
1. Herman Brood en de Breedbekkikkers- Maak van uw scheet een donderslag
2. Van Kooten en de Bie (De Vieze Men)- Ballen in me buik.
3. Henk Spaan en Harry Vermeegen (Pisa) -Als ik maar niet meer op m’n poef hoef.
4. André van Duin- Willy Alberti bedankt.
5. Hans van Tol- Big City
Het gaat hier opvallend vaak om zing-zegnummers. Een soort gezongen sketch/mop of andere humorvolle anecdote wordt gedragen door eenvoudige muziek. Uitzondering is de bedrieglijk simpele rijm van Hans van Tol in Big City die ik als literair zou willen bestempelen:
“Hare Krisjna’s op de dam,
douwen in je hand een brieffie hoe je happy leven kan,
Zo te zien en volgens mij
zijn ze zelf niet zo blij”
Simpel, knap rijmend en makkelijk meezingbaar op feesten en andere partijen. Het werd dan ook een dijk van een hit. Schrijf ze maar eens (zouden die Hare Krisjna’s overigens nog bestaan?).
André van Duin introduceerde in theater- en tv-shows vele memorabele personages die uiteindelijk allemaal hun eigen carnavalshit ten beste gaven. ‘Willy Alberti bedankt’ was bijna een parodie op een parodie en we lachten ons tranen bij het hopeloze geklets van een fake-Prins Bernhard die steeds hinderlijk gestoord wordt door zijn pianopingelende schoonzoon (“Pieter, ik kan zo absoluut niet zingen zo. Stop nou!”). Veel cabaretiers en kleinkunstenaars brachten hoogtepunten uit hun programma’s geïsoleerd op een singeltje uit. Zo ook humoristisch duo Spaan en Vermeegen. Hun thematische satirische tv-reeksen (De liftster, De gewone man, De glazenwasser, De Boerderie) brachten steevast een hitsingle voort.
Dus waar blijft eigenlijk die Top 100 van uitsluitend Nederlandstalige (Werktitel: Vreemde eenden in de bijt/Curieus vinyl) geinige singeltjes?
Vic van de Reijt, lees je mee?!