Pissig op de eindexamenmakers...
• 16-06-2010
• leestijd 2 minuten
De tijd van de eindexamens is weer bijna voorbij; deze week worden de uitslagen bekend gemaakt, ook voor het vak maatschappijleer.
Een spannende tijd voor mij en voor mijn vmbo-leerlingen. Maar ik ben pissig. Pissig op de makers van het vmbo-eindexamen maatschappijleer. Pissig, omdat zij niks van de doelgroep hebben begrepen: de doelgroep bestaat uit zestienjarige vmbo-leerlingen, die niet bepaald bekend staan als taalgoden!
Met het vmbo-eindexamen maatschappijleer is het nodige mis, en dat was ook dit jaar weer. Het onderwerp van het examen sluit niet aan bij de belevingswereld van de leerlingen, in het examen zit geen rode draad, en een aantal vragen zijn subjectief of te gedetailleerd. Daarnaast worden er vragen gesteld als: waarin zijn de bevoegdheden van bestuurders vastgelegd? Dit is een vraag die een normaal mens niet weet, laat staan een vmbo-leerling. Maar oké, dit valt allemaal nog wel te motiveren in het licht van burgerschap of leerdoelen.
Waar ik echt pissig over ben, is de taligheid van het examen: het examen bestaat uit 45 vragen met gemiddeld een halve pagina tekst. Het examen toetst de leesvaardigheid in plaats van de maatschappijleerkennis.
Stel je even de gemiddelde vmbo-leerling anno 2010 voor. Deze heeft niet zoveel met taal en nog minder met begrijpend lezen. Sterker nog, hij of zij vindt lezen een straf. Lezen van een boek, dat doe je niet. De boeken voor de lijst lees je normaalgesproken niet, nee, je googled een aantal verslagen. Lezen voor maatschappijleer is al helemaal van de zotte. De leerlingen scannen wel veel lettertjes op internet en via de chat, sms, ping en twitter. Dat is niet het probleem. Het probleem is het begrijpend lezen van teksten. Overigens probeer ik de leerlingen wel aan het lezen te krijgen door stukjes uit te printen, door gezamenlijk te lezen, door leesopdrachten, door de krant in de klas te lezen en wat ik nog meer kan bedenken. Maar dat laat onvermoeid dat hun leesvaardigheid beneden peil is.
Het gevolg is dat de leerlingen het examen slecht maken, terwijl zij de stof wel beheersen. Ik ben daarvan overtuigd, omdat ze wel degelijk weten wat het verschil is tussen materiële en immateriële schade, preventief en repressief beleid, wat pressiegroepen zijn, wat de functies van de media zijn of waarom referenda niet werken.
Daarom ben ik pissig, maar ik weet niet wat ik moet doen. Ik heb het taalprobleem al meerdere jaren bekend gemaakt aan het cito dat verantwoordelijk is voor de examens. Ik ben al 1/3 van mijn lestijd bezig met taal en taalbeleid is een speerpunt op mijn school. Het euvel is weer besproken en genotuleerd binnen de vakvereniging van maatschappijleer. Ik weet het niet meer.
Bas Huijbers (geen leerling die dit leest)