Mirjam Vriend en Bram Bakker corresponderen over geestelijke gezondheid. Zie hier eerdere afleveringen.
Beste Bram,
Van de week heb ik een hele tijd in mijn auto gezeten, op één of andere parkeerplaats. Ik had zat te doen. Maar ik kon niet stoppen met luisteren naar een interview op de radio. Dat is op zich al opmerkelijk, maar nog opmerkelijker is dat ik de radio eigenlijk ook heel graag wilde uitzetten, maar dat lukte niet.
Het gesprek ging over pesten. Drie volwassenen spraken met de interviewer over een donker verleden, waarin zij op gruwelijke manieren mentaal en fysiek gepest werden. Natuurlijk ook over de impact die dat blijvend had achtergelaten.
Een gesprek waar ik letterlijk buikpijn van kreeg… en toen ik dacht dat het dieptepunt bereikt was en er in sommige gevallen ook zelfs wat licht aan hun horizon was verschenen, werd het nog een stukje erger. Want één van de drie was vader van een zoon die op zijn beurt ook weer gepest was. Het had de jongen aan de drugs gebracht. De pester bleef hem ook na de middelbare schoolperiode verder pesten, door hem bijvoorbeeld ’s nachts op te pikken wanneer hij de jongen zwaar onder invloed in het plaatselijke uitgaansleven aantrof, om hem alleen in een bos achter te laten. Uiteindelijk had de jongen zichzelf het leven benomen.
Ik ben nooit gepest. Niet meer dan de gemiddelde scholier, althans: zoals zoveel mensen heb ik weleens meegemaakt dat ik op school kwam en er opeens om volstrekt onduidelijke redenen (die ze je dan vaak ook niet willen vertellen) een dag “uit” lag. De volgende dag was men het glad vergeten. Naar, maar nog te doen… al duidt deze terloopse, ballorige vorm van pesten misschien toch al wel op het vreemde en onaangename trekje in de mens dat in een versterkte versie leidt tot échte pesterij.
Maar ik kan je dus niet verklaren waarom ik zo’n extreme gevoeligheid voor dit onderwerp heb, Bram. Pesten verontrust me diep.
Eerst nog even wat achtergrond. Bij pesten wordt nog vaak gedacht aan flauwigheid over je bril, je sproeten of je slechte gym-prestaties. Het is belangrijk om te beseffen dat pesten vaak veel verder gaat. Het is psychologische oorlogsvoering ten top, met het oogmerk om geen spaan van iemand heel te laten. Om iemand finaal af te breken. Ook fysiek geweld is daarbij aan de orde van de dag: mensen opwachten en volgen, lichamelijk molesteren of bezittingen vernielen.
Wat drijft iemand ertoe om dit te doen? Het zijn geen officieel gecertificeerde sociopaten. Het zijn beangstigend “gangbare” mensen. Het engste eraan vind ik het gebrek aan redenen. Je pest iemand omdat het kán.
Ik heb eens wat cijfers opgezocht, onder andere bij StopPesten. Nu. Ik ga ze niet allemaal noemen, en wie weet ken je ze wel. Twee opvallende; bijna een kwart van de 15-plussers (bijna 3,5 miljoen mensen) geeft aan ooit gepest te zijn. En dan deze: 1 op de 5 bejaarden wordt door medebewoners gepest. Sodeju! Zelfs op die leeftijd kunnen we het nóg niet laten om een ander met ziekelijk leedvermaak doodongelukkig te maken.
Om wat voor reden in godsnaam?!
Ooit las ik een klein berichtje in de krant, over een stel pubers in een kleine gemeente. Ze hingen rond bij een kinderboerderij. Daar stond een baby-lama. Een schattig, fluffig, onschuldig ding. Ze hadden niks te doen, die jongens, en begonnen stenen naar het diertje te gooien. Ze gooiden, tot het overleed. Ja, je leest het goed. Het “was niet de bedoeling geweest om ‘m te doden”. Ze “verveelden zich”. Is dit wat een mens doet wanneer-ie zich te lang verveelt?
Er zit iets sadistisch in ons. Dat is een pijnlijk feit. Sommige mensen zeggen dat ons laagje beschaving flinterdun is. Maar gaat dit verhaal eigenlijk wel over beschaving? Beschaving is iets aangeleerds. Ik ben nieuwsgierig naar wat er aangeboren is.
Dit zou een kip-of-ei-verhaal kunnen worden… het zou namelijk ook precies andersom kunnen zijn gegaan; dat we in principe empathische wezens zijn, tot we in die empathie verstoord raken. Iemand met een gezonde mate van empathie krijgt het toch in principe niet voor elkaar om een ander te kwellen, zonder een enigszins begrijpelijk motief (zoals wraak, bijvoorbeeld), maar louter om er zichzelf beter door te voelen?
De lesmethodes die ik bij mijn kinderen op de lagere school tegen pesten heb gezien vond ik tergend tandeloos. Metaforen. Dierenrollen. Ben je een “aapje” of een “konijn”? Laat maar eens een filmpje zien waarin je een volwassene ziet vertellen hoe het pesten van vroeger nu nog steeds doorwerkt, dacht ik dan. Laat diens tranen maar zien.
Ooit zag ik een post over een wijkagent die een klas kwam uitleggen hoe een leeftijdsgenoot uit hun gemeente na eindeloos pesten tot zelfmoord was overgegaan. Het werkte!
Er is geen teerhartige remedie voor een wreed probleem, lijkt mij. Hoe kijk jij naar deze beangstigende kant van ons, Bram?
Warme groet,
Mirjam
Ha Mirjam, door de grote hoeveelheid emotie die ik bij je lees is mijn eerste, beroepsgedeformeerde reflex, om even een stap terug te doen, uit te zoomen. Ik vind pesten ook een intrigerend thema, maar stoor me al jaren aan dit containerbegrip. Ik denk dat we het zouden kunnen bekijken als een continuüm: aan de ene pool, de meest goedaardige, zitten de plagerijen. De lolletjes, zeg maar. Niet bedoeld om iemand klein te maken of pijn te doen, maar meer gericht op sfeerverhoging. Degene die geplaagd wordt is dan ook nog duidelijk als persoon aanwezig, zijn of haar kenmerken maken deel uit van de plagerij. Denk aan de Ajax-supporter die door een vriend die voor Feyenoord is wordt geplaagd met het fantastische spel van zijn favoriete Amsterdamse club, op een moment dat ze net met 2-0 hebben verloren. Daar kun je samen nog een beetje om lachen, denk ik.
Het andere uiterste is gruwelijk en pervers: een dier doodmartelen, omdat je je verveelt, iemand de dood indrijven zonder ooit enig besef van wat je aanricht. We zijn dan eigenlijk al bij delict gedrag, vind ik. Waar plagen nog wel begrijpelijk is haken de meeste mensen hier gelukkig af. Veel verder dan ons vertwijfeld afvragen wat iemand bezielt die dit aanricht komen we meestal niet.
Het slechte nieuws kan niet onbenoemd blijven: als zoveel mensen zich overgeven aan het kwellen van medemensen of andere levende wezens, dan zegt dat iets over de mens. Het zit klaarblijkelijk in onze natuur. En ik vermoed dat het beleid om pesten terug te dringen ook weinig succesvol is: er wordt in campagnes veel en vaak geoordeeld over pesters, meestal zonder al te grote successen. En ik denk dat dat te maken heeft met de pester die in ons allemaal zit Mirjam, ja ook in jou en mij. We herkennen ons niet in de campagnes, maar zijn ons niet bewust van onze eigen pestneigingen. Het is mijn stellige overtuiging dat veel pesterijen niet heel doordacht zijn en dat mensen zich vaak niet realiseren dat ze gedrag van anderen afkeuren, terwijl ze zichzelf er ook aan bezondigen…
Wat mij intrigeert aan dat pesten, en ik was bijna verbaasd dat jij dat niet aanvoerde: de meeste pesters zijn zelf ook gepest! Of: terwijl ze anderen het leven zuur maken worden ze zelf ook onder vuur genomen. Ik heb dat vooral gezien bij kinderen: een oudere broer of zus pest ze thuis, en op school reageren ze zichzelf weer af op andere (vaak jongere) kinderen. Dus nogmaals dezelfde conclusie: pesten zit in de meeste mensen verstopt, als iets dat ze doen, en iets dat ze overkomt. Fraai vind ik het niet, maar het zou al helpen als we het durven erkennen met zijn allen.
Dan wil ik ook nog graag even inzoomen op de tijdgeest: vroeger werden kinderen met een bril, rood haar of flaporen vaak gepest, en ook ik heb me daaraan bezondigd. Het was ook lekker veilig, omdat de overgrote meerderheid van mijn klasgenoten hetzelfde slachtoffer koos. Tegelijkertijd werd ik zelf gepest, omdat ik er niet bij hoorde… Het is mijn indruk dat het complexer is geworden, mede door de komst van het internet. Wie er wordt gepest, en waarom, is minder transparant. En de waarneming wordt sterk bemoeilijkt door de online-omgeving.
Er is daarmee wel een extra complicatie ontstaan: als je vroeger iemand pestte ging dat bijna altijd in aanwezigheid van die persoon. En dan kon je zien wat je aanrichtte met bepaald gedrag. Dat bood de mogelijkheid om in te binden als je waarnam dat je de ander hard had geraakt. Ook pesters schrikken als ze iemand aan het huilen hebben gemaakt. Wat het online pesten zo eng maakt (ik ben er echt bang voor) is dat mensen helemaal niet meer waarnemen wat hun pestgedrag aanricht bij iemand die niet zelden heel ver uit de buurt is. Vermoedelijk ken jij ook het verweer van pesters die worden geconfronteerd met iets dat ze hebben aangericht: ‘Het was maar een grapje, ik bedoelde het niet vervelend.’ Dan mankeert er iets aan je empathische vermogens, denk ik.
Wat kunnen we er dan wel mee, hoe maken we dit probleem kleiner? Ikzelf zie pesten eerst en vooral als ‘acting out’: een vervelend gevoel dat ik jou zelf zit uitleven in gedrag naar een ander. Er is een duidelijke weg om hier iets mee te doen: leer mensen om de eigen emoties goed te herkennen en zich daartoe te verhouden. Emotioneel stabiele en evenwichtige mensen hoeven niet te pesten. Als je goed in contact bent met je eigen gevoel is de noodzaak om je af te reageren op je medemens direct een stuk kleiner. De uitdaging voor de mens is minder hard zijn. Vanuit zachtheid wordt er niet gepest, een oplossing voor de probleem vind je in jezelf, niet in een overheidscampagne…
Warme groet,
Bram