In het eerste kwartaal van dit jaar lag de sterfte in de Chinese provincie Zhejiang 70 procent hoger dan een jaar eerder. Er vonden in de eerste drie maanden 171.000 crematies plaats, 72.000 meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat schrijft persbureau Reuters op basis van cijfers die kort gepubliceerd werden op een site van de provincie. Inmiddels is de informatie weer verwijderd.
De sterftepiek viel samen met het moment dat de Chinese autoriteiten covid-19 door het land lieten razen. Jarenlang probeerde de Chinese overheid de bevolking te vrijwaren van het coronavirus met een strikt zerocovid-beleid. Door de opkomst van de zeer besmettelijke maar verhoudingsgewijs ‘milde’ Omikron-variant en onder druk van uitzonderlijke protesten besloot de regering het roer eind vorig jaar radicaal om te gooien.
Volgens officiële Chinese cijfers overleden er in de eerste twee maanden na het opheffen van de maatregelen ‘maar’ 80.000 mensen in ziekenhuizen aan corona. Experts hielden rekening met een veel hoger aantal slachtoffers: tussen de een en twee miljoen doden.
Gelet op de oversterfte in Zhejiang, waar ongeveer 5 procent van de Chinese bevolking woont, lijken de schattingen van de deskundigen uitgekomen. Als de sterfte elders in het land net zo hoog was, zijn er in China ongeveer anderhalf miljoen mensen aan corona overleden.
China zette een traditioneel ontwikkeld vaccin in tegen het coronavirus. Dat beschermde minder goed dan de mRNA-vaccins die veelal in het Westen werden gebruikt. Bovendien lieten veel Chinese ouderen zich niet inenten.