Wat het Openbaar Ministerie Boef nu dreigt te flikken, brengt de vrijheid van meningsuiting in het geding
Philippe Remarque, de hoofdredacteur van de Volkskrant, gaat in hoger beroep tegen de uitspraak, die zijn krant veroordeelde tot een schadevergoeding omdat dit blad een duidelijk herkenbare persoon afbeeldde met daarbij de kop: “Is Schiphol nog wel veilig”. Hij vreest namelijk dat zijn krant nu niet meer vrij is om ongestraft nieuwsfoto’s te publiceren . Zijn collega van de Telegraaf, Paul Jansen, geeft hem daarin morele steun.
Als het de heren ernst is met deze opvatting over een bedreigde vrijheid van meningsuiting en het Remarque er niet vooral om te doen is om een brutale moslim zijn plaats te wijzen, moeten zij het nu opnemen voor rapper Boef. Deze heeft immers van het Openbaar Ministerie een gedragsaanwijzing gekregen om op te houden met het publiceren van zogenaamde treitervlogs.
Dat zijn vlogs waarin autoriteiten beledigd worden, belachelijk gemaakt of in een kwaad daglicht worden gesteld. Ze zijn bij het Openbaar Ministerie kennelijk artikel 7 lid 1-3 uit de grondwet vergeten:
“Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisieuitzending.
Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.”
Nederland is een vrij land. Daarom is het glad verkeerd om zulke gedragsaanwijzingen te geven. Pas als later – na de meningsuiting dus – blijkt dat er sprake is van een strafbaar feit, kunnen politie en justitie tot actie overgaan.
Bijvoorbeeld zo er sprake is van laster of bepaalde vormen van belediging. Ook kan het zijn dat strafbare feiten in beeld zijn gebracht, bijvoorbeeld een mishandeling. Dan kan de vlog als bewijsmateriaal tegen de dader worden aangevoerd. Maar uitsluitend achteraf en tegen degene die de opname maakt, valt niets in te brengen. Tenzij hij meedoet aan het strafbare feit. Dan wordt hij niet voor het openbaren van een daad aangepakt, maar voor die daad zelf. Dat is de kérn van de vrijheid van meningsuiting.
Nu probeert het Openbaar Ministerie Boef van te voren te muilkorven. Dit gedrag verwacht je van Erdogans of Poetins staatsapparaat, niet van het Nederlandse. Als Remarque en Jansen de vrijheid van meningsuiting echt zo lief is, dan nemen zij het nu op voor rapper Boef, die zijn vrijheid van meningsuiting op een ongeoorloofde wijze ingeperkt ziet worden. Er is geen enkel reden om aan te nemen dat de overheid voor zulke maatregelen zou terugschrikken bij andere media, als het proefje met de controversiële Boef geslaagd is.
De vrijheid is kwetsbaarder dan je denkt, zoals ook elke keer weer blijkt als de autoriteiten een excuus vinden om de burger nog meer onder Orwelliaanse controle te brengen. De huidige wetgeving biedt voldoende aanknopingspunten om vloggers die over de schreef gaan, aan te pakken. Achteraf dus. En als er daadwerkelijk grenzen zijn overschreden: denk daarbij aan oproepen tot geweld tegen anderen, laster en ernstige beledigingen. Of aan de recente uitspraak tegen de Volkskrant toen een onschuldige meneer zich door dit dagblad in verband gebracht achtte met de noodzaak om Schiphol extra te beveiligen.
Er ligt een hele jurisprudentie klaar om rechters te helpen doordachte uitspraken te doen, die bedreigde en belasterde burgers in bescherming nemen zonder dat de vrijheid van meningsuiting uit het raam wordt gekieperd.
Wat het Openbaar Ministerie Boef nu dreigt te flikken, grenst aan tirannie.