Geld geven aan Nederlandse politieke partijen mag straks alleen nog gedaan worden door donateurs van binnen de Europese Unie. Dit heeft de ministerraad besloten, na een voorstel van minister Kasja Ollongren van Binnenlandse Zaken. Eerder adviseerde een commissie onder leiding van voormalig fractievoorzitter in de Tweede Kamer namens de ChristenUnie Kars Veling alle buitenlandse donaties te weren. Dit vindt Ollongren te ver gaan: “In de EU zijn we politiek verbonden en veel partijen hebben Europese zusterpartijen,” zegt ze tegen de NRC.
Eind 2016 nam de Tweede Kamer al bijna unaniem (op de PVV na) een motie aan van CDA-Kamerlid Amhaouch om buitenlandse financiering van politieke partijen en campagnes in te perken. Dit was geen verrassing. Het is namelijk vooral de PVV, de eenmanspartij van Geert Wilders, die het nu lastiger zal krijgen om geld binnen te harken. In de achterliggende jaren werd er zo’n 120.000 euro in zijn partijkas gestort door Amerikaanse gulle gevers.
Om de PVV tegemoet te komen zou het kabinet de ledeneis kunnen schrappen. Omdat er nu nog duizend leden nodig zijn om in aanmerking te komen voor subsidie, loopt Wilders dit geld mis omdat hij het enige lid is van zijn partij. De commissie-Veling vond dat deze regel ‘arbitrair’ zou zijn omdat de overheid zich zo bemoeit met de interne partij-organisatie. Ollongren vindt dat de ledeneis ‘niet voor niks’ in de wet staat en wil eerst een debat afwachten alvorens actie te ondernemen. Volgens de nieuwe opzet krijgen afsplitsingen van bestaande partijen tot slot pas geld als ze in het parlement zijn verkozen.