De Partij voor de Dieren wil dat de overheid stopt met het gebruik van termen als ongedierte en onkruid. Dat bepleit Saskia Oskam, commissielid bij de Partij voor de Dieren in Utrecht. Die gemeente is al gestopt met het woord ongedierte en in plaats van onkruid wordt gesproken van 'stoepplantjes'. Dat is niet voor niks want de dieren die jarenlang tot 'ongedierte' zijn bestempeld en 'uitgeroeid' moesten worden, vervullen in de praktijk nuttige functies. Ratten bijvoorbeeld houden de riolen schoon. Muizen zorgen ervoor dat de grond gezond blijft. Stoepplantjes helpen voorkomen dat de stad oververhit raakt, zeker nu de zon steeds feller gaat schijnen.
De Utrechtse tak van de partij wil weten of de gemeente het ziet zitten nog meer diervriendelijke taal en diervriendelijk beleid te hanteren, maar ook of Utrecht een campagne zoals die in Groningen ziet zitten. Die campagne richtte zich vooral op roeken, mollen, wespen en steenmarters en zette deze ‘overlastgevende dieren’ in een positief licht. Dit door te benadrukken dat roeken afval in de natuur opruimen en mollen zuurstof door de grond wroeten, bijvoorbeeld. ,,Wij vinden die campagne mooi, en willen daar eigenlijk nog een schepje bovenop doen. Wat ons betreft doen we dit ook hier en worden muizen, ratten en duiven ook meegenomen in zo’n campagne.’’ Overigens ziet Oskam ook geregeld in de media hoe het ‘fout’ gaat met het taalgebruik rondom dieren. ,,Denk aan de term ‘terrorkraai’ (over een vogel die passanten aanvalt, red.). Terwijl, dat dier verdedigt gewoon haar nest. Moet dat nou?’’
Als er al sprake is van overlast door dieren dan is dat vaak een direct gevolg van menselijk handelen. Zo komen ratten op gedumpte voedselresten af, of op vogelvoer dat bewoners rondstrooien. Oskam wil eigenlijk ook af van het denken in nuttige en schadelijke dieren "En op de vraag waar deze diertjes nu eigenlijk goed voor zijn; ze hebben nu eenmaal een rol in het ecosysteem. Maar ik zou de bal ook terug willen kaatsen: moéten dieren altijd een doel hebben - voor de mens?"