De Fratelli d’Italia van Giorgia Meloni is de grootste geworden bij de Italiaanse parlementsverkiezingen. De partij met neofascistische wortels heeft volgens exitpolls tussen de 22 en 26 procent van de stemmen gekregen.
Meloni zal samen met de andere rechts-radicale partijen Lega en Forza Italia een regering gaan vormen. Het uiterst rechtse blok heeft volgens de exitpolls 41 tot 45 procent van de stemmen. Dat is genoeg voor een meerderheid in het parlement.
Partito Democratico, de belangrijkste centrumlinkse partij, heeft haar nederlaag toegegeven. Ook de Vijfsterrenbeweging verloor flink. In 2018 was de populistische partij nog de grote winnaar. Nu blijft de beweging steken op 13,5 tot 17,5 procent van de stemmen.
Met Meloni krijgt Italië een extreemrechtse premier. Ze werd op haar vijftiende lid van de inmiddels verdwenen neofascistische Movimento Sociale Italiano (MSI), een partij die werd opgericht door mensen die Benito Mussolini ook na de Tweede Wereldoorlog nog fantastisch vonden. Ook Fratelli d’Italia schurkt nog altijd dicht tegen de neofascisten aan. In 2019 kandideerde de partij een achterkleinzoon van Mussolini.
Moslimhater Meloni keert zich behalve tegen immigratie ook tegen LHBTI’ers. Ze heeft tijdens de verkiezingscampagne beloofd dat het huwelijk niet zal worden opengesteld voor partners van hetzelfde geslacht als Fratelli d’Italia het voor het zeggen krijgt.
Over de Europese Unie laat Meloni zich de laatste tijd een stuk diplomatieker uit. Vermoedelijk omdat Italië bijna 200 miljard euro ontvangt uit het Europese coronaherstelfonds. De overwinning van radicaal-rechts kan niettemin een zware wissel trekken op de verhoudingen binnen de Europese Unie. De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, sprak vorige week al haar zorgen uit over een Italiaanse regering met extreemrechts.