De veehouderij slokt de natuurruimte, milieuruimte en economische ruimte letterlijk op.
Nederland is vol, maar waarvan? Twee derde van Nederland is ingericht als landbouwgebied, niet om de eigen bevolking te voeden maar omdat Nederland de slager en de melkboer van de wereld wil zijn. Bijna de helft van de Nederlandse grond wordt gebruikt voor het verbouwen van veevoer; raaigras, snijmais en graan dat in de magen van dieren verdwijnt als grootste lek in de kringloop. Alle andere activiteiten die ruimte vragen, zoals natuur, wonen, overige bedrijvigheid, recreatie en infrastructuur, moeten het doen met de rest van de Nederlandse grond. Nergens wonen zo veel mensen en dieren op een kluitje als in Nederland. Maar de politiek durft het niet aan serieus te spreken over een ruilverkaveling tussen natuur, wonen en landbouw. De activiteiten die veruit de meeste ruimte innemen dragen nauwelijks bij aan ons nationaal inkomen en nog minder aan ons levensgeluk en dat van dieren in de agrarische sector. Integendeel zelfs.
In de tweede helft van de vorige eeuw raakte drie keer een kabinet in de problemen door discussies over de ruimteverdeling in ons land. Het vierde kabinet Drees struikelde over grondpolitiek, het kabinet Cals-Vondeling viel over de verdeling van de ruimte en in 1977 werd de grond onder onze voeten ook het kabinet Den Uyl te heet, wat ontaardde in een kabinetscrisis van historische proporties. Sindsdien durft de politiek het niet meer aan om daar de vingers aan te branden.
De onevenwichtige verdeling van de ruimte in ons land is de koe in de Kamer geworden. De veehouderij slokt de natuurruimte, milieuruimte en economische ruimte letterlijk op. De wijze waarop ons land is ingedeeld maakt Nederland tot Europees kampioen biodiversiteitsverlies en voedt vooral de klimaatcrisis en de woningnood. Maar het blijft een politiek taboe, ook in het nieuwe regeerakkoord, te kijken naar de grondoorzaak. Waar voor de verkiezingen de halvering van de veestapel nadrukkelijk op tafel lag, is dat door de coalitiepartijen onder het tapijt geveegd.
Juist het politieke polderen staat oplossingen in de weg, omdat de middenpartijen fundamenteel verschillend denken over de verdeling van de ruimte en het onderwerp daarom zo veel mogelijk doodzwijgen. Treindocumenten, doorrekeningen van het PBL en aanzetten tot opzetten van het regeerakkoord wierpen hun schaduwen vooruit over het landbouwbeleid van Rutte IV: oude wijn in peperdure nieuwe zakken. Het aantal dieren in de veehouderij zal bij lange na niet voldoende krimpen, problemen worden verplaatst in plaats van opgelost en boeren worden opgezadeld met technologische schijnoplossingen waar zowel de belastingbetaler als de boer zelf flink de portemonnee voor moeten trekken.
De vele miljarden die zullen worden uitgegeven, zijn miljarden die Rutte IV nooit had hoeven uitgeven als de kabinetten Balkenende en Rutte I tot en met III gewoon hadden gedaan wat nodig was. Vanuit het algemene belang de natuur beschermen. In plaats daarvan gaf Rutte I staatssecretaris van Landbouw Henk Bleker de vrije hand om het natuurbudget en de bijbehorende plannen voor de ecologische hoofdstructuur door de shredder te halen, in combinatie met de desastreuze PAS-regeling de basis voor de huidige problemen. Voor corona noemde de minister-president de stikstofcrisis de grootste crisis uit zijn carrière, maar hij verzuimde erbij te vertellen dat deze crisis direct veroorzaakt is doordat de VVD de natuur altijd ondergeschikt heeft gemaakt aan korte termijn economische belangen.
Drie kabinetten vielen al over de ruimteverdeling in ons land. Opnieuw leven we in een tijd waarin meerdere crises hun voedingsbodem vinden in de grondpolitiek. Elk kabinet dat verzuimt de grondoorzaak van de woon- en de natuurcrisis aan te pakken, zal vroeg of laat in de geschiedenisboeken achter het rijtje Drees, Cals-Vondeling en Den Uyl belanden. Niet de plek in deze boekjes die Rutte voor ogen heeft. Maar hoe eerder dat gebeurt hoe beter, zodat we eindelijk tot een noodzakelijke verandering van het politieke landschap kunnen komen. Een andere horizon dan die van eindeloze raaigraswoestijnen en maisvelden, met mestfabrieken en potdichte stallen die volgens wetenschappers een tikkende tijdbom vormen voor een volgende pandemie. Alle reden tot een radicale koerswijziging.