Je hebt het ongetwijfeld gemerkt bij de benzinepomp en waarschijnlijk ook bij de kassa van de supermarkt, laat staan op de energierekening: de prijzen zijn hoger. Gemiddeld 7,6 procent hoger dan een jaar geleden. En daar komt voorlopig maar weinig verandering in, voorspelde president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank zondag in het programma Buitenhof. De verhoogde inflatie duurt volgens hem nog zeker tot de zomer van 2023, en misschien nog wel langer.
Die verhoogde inflatie wordt voor het overgrote deel, zo’n 60 procent, veroorzaakt door de huidige energieprijzen. Daarnaast wijst Knot erop dat ook de internationale goederenstroom nog altijd stokt als gevolg van de coronapandemie: ‘Het overgrote deel van die inflatie komt uit het buitenland, kunnen wij dus ook niet zo heel veel aan doen,’ aldus knot die de situatie wel ‘buitengewoon zorgelijk’ noemt:
‘Als zo’n cijfer binnenkomt, in eerste instantie denk je dan ogenblikkelijk aan wat dit betekent voor de koopkracht voor de gemiddelde Nederlander. En vooral ook de koopkracht voor de Nederlander met een smalle beurs waarvan je weet dat die een wat groter deel van het budget besteedt aan die goederen – voedsel, energie – die nu heel erg hard in prijs zijn gestegen.’
Het geld stroomt vooral richting buitenlandse leveranciers, door de import van olie en gas bijvoorbeeld. Het gevolg daarvan is dat Nederland collectief armer wordt, zegt Knot, waardoor de overheid niet zomaar iedereen kan compenseren voor die verminderde koopkracht: ‘En als de overheid ervoor kiest om het voor een bepaalde groep te compenseren, dat dan de rekening voor een andere groep nog groter gaat worden.’
Het box 3-debacle In de Tweede Kamer wordt al enige tijd stevig gedebatteerd over de belasting op vermogen, of beter gezegd: het gebrek daaraan, want vermogen wordt in Nederland nauwelijks belast. Eind vorig jaar zorgde een uitspraak van de Hoge Raad over de rendementsmethodiek in box 3 (de box waarin spaarders en beleggers met een vermogen boven de 50.000 euro worden belast) onterecht was. Die uitspraak betekent dat de Belastingdienst honderdduizenden en mogelijk ruim een miljoen vermogende Nederlanders te veel betaald belastinggeld moet terugbetalen. Kosten: ruim 4 miljard euro. Dat geld moet ergens vandaan komen en volgens Klaas Knot kan dat het beste alsnog uit de vermogensbelasting worden gehaald:
‘Elke overheid heeft om zijn taken te kunnen uitvoeren een zekere hoeveelheid belastingmiddelen nodig. Die kun je op verschillende manieren heffen en de manier waarop je ze heft zegt ook wel iets over het type economie en het type land dat je eigenlijk wilt zijn. Als ik kijk naar waar wij onze belastingmiddelen vandaan halen en ik vergelijk dat met ons omringende landen, dan halen wij relatief weinig belasting uit de vermogensbelasting op particulieren, dan halen wij relatief veel belasting – ja het geld moet toch worden opgehaald – uit de inkomstenbelasting. Dus je zou kunnen zeggen dat wij meer dan andere landen een soort rentenierseconomie aan het worden zijn, terwijl wij eigenlijk de “hardwerkende Nederlander” daarvoor laten betalen.’