Van overheden mag verwacht worden dat het belangen afweegt en werknemers beschermt tegen uitwassen
‘Niet gassen, maar plassen’. Onder dit motto staakten afgelopen week duizenden buschauffeurs voor minder werkdruk, een beter loon en vaste contracten voor collega’s met een uitzendovereenkomst. De arbeidsomstandigheden van de buschauffeurs zijn het gevolg van Europese aanbestedingen door lokale overheden waarbij het doorslaggevende criterium nog té vaak de laagste prijs is. De buschauffeurs zijn helaas geen uitzondering. Schoonmakers, thuis- en jeugdzorgmedewerkers en docenten inburgering, allemaal kregen zij de afgelopen jaren de rekening gepresenteerd van verkeerde aanbestedingen. Hoogste tijd om werknemers te beschermen tegen deze verkeerde aanbestedingen.
In Nederland wordt voor miljarden euro’s per jaar Europees aanbesteed door gemeenten en provincies. In de ideale situatie is een aanbestedingstraject een wonderelixer. Een overheid krijgt de beste prijs-kwaliteitverhouding, bedrijven uit de gehele Europese Unie kunnen meedingen, inwoners hoeven niet wakker te liggen van Jos Van Rey-toestanden en de werknemer heeft een fatsoenlijke cao.
De praktijk is weerbarstig. Zeker voor de werknemer. De tijd die er is om één kantoor schoon te maken of de tijd voor plaspauzes laten zich niet altijd vastleggen in een cao. Het zijn juist deze zaken waarop de werkgever, die de scherpste aanbesteding heeft gewonnen, kan beknibbelen. Veel overheden dekken zich bij een conflict in door te verwijzen naar wet- en regelgeving. Daarmee is het probleem vernauwd tot een zaak van werknemer en werkgever. Juridisch misschien juist, maar maatschappelijk ongewenst. Van overheden mag verwacht worden dat het belangen afweegt en werknemers beschermt tegen uitwassen. Zeker als het diezelfde overheid is die zich blindstaart op de laagste prijs en daarmee aan de basis staat van dergelijke misstanden op de werkvloer.
Het is onjuist om het Europese aanbestedingsrecht als boeman aan te wijzen voor verkeerde aanbestedingen. De EU-regels kennen nobele beginselen als transparantie en gelijke behandeling. Het is zo geschreven om overheden de ruimte te geven om te sturen op bijvoorbeeld duurzaamheid en sociale aspecten. Een gebrek aan kennis bij lokale en provinciale overheden over hoe zij kunnen aanbesteden, gekoppeld aan jaren van bezuinigingen en een ongebreidelde geloof in de marktwerking, staat aan de basis van dit probleem. De oplossing ligt daarom niet alleen in het bijspijkeren van kennis. De drang naar de laagste prijs is fundamenteel ingebakken en moeten we loslaten.
Tijdens de aanbestedingsprocedure gaat het ook om kwaliteit, waarbij de factor arbeid een fundamentele plaats inneemt. Ben je significant goedkoper dan al je concurrenten, dan is een verplichte check op de kwaliteit op zijn plaats. Laat als onderdeel van zo´n check maar zien hoe werknemers ingezet worden gedurende de looptijd van de aanbesteding. Als stok achter de deur moet er wellicht een onafhankelijk aanbestedingsinstituut komen, dat in staat is ook de kwalitatieve aspecten te beoordelen. Om zo te voorkomen dat lokale overheden zich alleen focussen op de laagste prijs.
Terwijl de buschauffeur nog altijd geen fatsoenlijke plaspauze heeft wassen lokale overheden hun handen in onschuld. Na afloop van hun aanbesteding verschuilen zij zich achter de relatie werkgever-werknemer. Dit terwijl de grondoorzaak bij hen ligt. Mijn oproep is dan ook: stel kwaliteit centraal en geef de chauffeurs, thuiszorgmedewerkers en al hun andere collega’s in de publieke sector weer de ruimte om hun werk te doen!