Twee weken geleden publiceerde Anke Laterveer haar verhaal over een poging tot verkrachting waarvan zij het slachtoffer was op Joop. Op de voet gevolgd door een krachtig optreden bij Pauw en de buitengewoon succesvolle twittercampagne #zeghet. In de Volkskrant probeert advocaat en rechter-plaatsvervanger Bart Swier haar verhaal nu onderuit te halen, maar wat klopt er eigenlijk van de kritiek?
Beste Volkskrantredactie,
Totaal verbaasd las ik een artikel in jullie krant over, nou ja, mij. Bart Swier, advocaat en plaatsvervangend-rechter, schreef naar aanleiding van #zeghet een opiniestuk waarin hij, compleet met portretfoto van mij, mijn verhaal onderuit haalt. Zijn goed recht, zou je denken. Ware het niet dat Swier zijn feiten verre van op orde heeft. En dat is voor een advocaat en plaatsvervangend-rechter op zijn minst opmerkelijk.
Niet alleen schrijft hij mijn naam vrij consequent verkeerd, Ankeveer in plaats van Laterveer, ook doet hij aannames die volkomen onjuist zijn en die hij, door zich zelfs maar oppervlakkig te verdiepen in mijn verhaal, had kunnen voorkomen.
Nergens heb ik gezegd het gevoel te hebben dat de zedenpolitie mij niet serieus nam. Niet in mijn blog, niet bij Pauw en ook niet in andere media. Als Swier de uitzending van Pauw bekeken had, had hij zelf kunnen zien dat ik, in antwoord op de vraag van Pauw: “Dus de politie heeft haar niet serieus genomen?” net als de aanwezige politefunctionaris ontkennend reageer. Dat zei ik omdat de politie mij wel degelijk serieus nam. Er is mij zelfs letterlijk gezegd dat ze me geloven. En volkomen terecht, want het is waar.
Wat wel aan de hand was, is dat, zoals bij alle aangiftes in Nederland, een getuige geen getuige is. Dat vind ik een goed gegeven, daar het ook mij beschermt mocht ik zelf eens aan de andere kant komen te staan in wat voor zaak dan ook. Wat ik wel vreemd vond, was dat de zaak waar wel bewijs van was, huisvredebreuk, ook geseponeerd werd. Dat bewijs was er doordat ik wel degelijk de politie belde toen de man nog in mijn bed lag. Iets wat Swier ontkent, en wat hij door zich in te lezen of Pauw te kijken, had kunnen weten. Deze seponering was de aanleiding van mijn blog en dus niet de seponering van de poging tot verkrachting.
In mijn blog en diverse media heb ik mij verbaasd en kwaad gemaakt over de victim blaming (“Als je iemand in je huis laat, kun je verwachten dat hij seks met je wil.”) waar de betrokken rechercheurs zich schuldig aan maakten. Dat was weliswaar totaal niet met opzet, want ik voelde me absoluut liefdevol behandeld, maar desalniettemin voor mij ontzettend schadelijk. Victim blaming in zedenzaken is een breed maatschappelijk probleem, dat ik met mijn blog en met #zeghet aan de orde wil stellen. Dat het in alle lagen van de maatschappij voorkomt, tot aan plaatsvervangend-rechters aan toe, illustreert Swier in zijn opniniestuk en met de ‘kritische vragen’ die hij stelt bij mijn reactie op de aanranding, mijns inziens nog maar eens te meer.
Toch denk ik dat Swier en ik uiteindelijk hetzelfde willen. Neutrale, onderzoekende en kritische behandeling van zedenzaken. Zonder victim blaming en om te zorgen dat het recht, zoals het in de wet beschreven staat, zijn loop krijgt. Voor iedereen. Dat dat betekent dat veel zedenzaken nooit voor de rechter zullen komen, is pijnlijk voor de betrokkenen, maar wel begrijpelijk.
Valse aangiftes, en het probleem daarmee, bespreken, vind ik dus een heel goed gegeven, vooral doen. Maar een stuk schrijven over het ontbreken van onderbouwing zonder dat je je onderbouwing op orde hebt, is mijns inziens niet de beste manier daarvoor.