Uw oude dag is verzekerd. Met dierenleed
• 28-10-2016
• leestijd 3 minuten
© The Netherlands
P2032371
Ondanks alle mooie woorden, ondanks alle beloften, blijft de positie van dieren in de BV Nederland uiterst precair
Eerder dit jaar wees onderzoek van de Europese Commissie uit dat 94 procent van de bevolking in de Europese Unie de bescherming van dierenwelzijn belangrijk vindt. In het Verdrag van Lissabon staat dat bij het maken van wetten en beleid ten volle met dierenwelzijn rekening gehouden moet worden. Nederland heeft expliciet de intrinsieke waarde van dieren uitgangspunt gemaakt van wetgeving. Toch blijft dierenwelzijn vaak een ondergeschoven kindje in beleid voor maatschappelijke verantwoordelijkheid en duurzaamheid. Het convenant dat de bancaire sector, de overheid en maatschappelijke organisaties vrijdag 28 oktober bij de SER ondertekenden is daar bij uitstek weer een voorbeeld van. Het handelt over mensenrechten – en negeert de dieren, natuur en milieu.
Vooropgesteld: prachtig dat de Nederlandse banken afspraken maken om mensenrechtenschendingen tegen te gaan. Hoog tijd ook eigenlijk wel, zo aan het eind van 2016. De deelname van organisaties als Oxfam, Amnesty, FNV en CNV staan er garant voor dat die echt verschil gaan maken. Hulde dus ook voor hun inzet. Niettemin, deze focus was niet de afspraak toen minister Ploumen aan de Tweede Kamer beloofde dat er MVO-convenanten zouden worden afgesloten met zogeheten ‘risicosectoren’, dat wil zeggen, sectoren die een verhoogd risico lopen allerlei negatieve maatschappelijk gevolgen te hebben. KPMG kreeg in 2013 opdracht die risico’s in kaart te brengen. Voor de financiële sector rolden daar niet alleen aanzienlijke mensenrechtenrisico’s uit, maar eveneens stevige risico’s op het vlak van dierenleed, uitstoot van broeikasgassen, teloorgang van biodiversiteit en schendingen van milieunormen. De banken gaan daar geheel aan voorbij. Uw bank, mijn bank – en ook de banken die nog niet zolang geleden met heel veel belastinggeld overeind zijn gehouden.
Zeker op het gebied van klimaatdoelstellingen is dat gênant, een week voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Parijs. Maar ook op dierenwelzijnsvlak is de timing nogal pijnlijk: een week nádat de Verenigde Naties het verbeteren van dierenwelzijn hebben aanprezen in het kader van het bewerkstelligen van voedselzekerheid en duurzame landbouw. En het ongelukkige is: het kan nog erger. In dezelfde KPMG-analyse sprongen de pensioenfondsen eruit als zeer risicogevoelig. Voor dierenwelzijn geldt dat zeker. Zorgwekkend, want de aandacht van de pensioensector voor dit thema is tot dusverre nihil. Wie in de Nederlandse Code Pensioenfondsen naar dierenwelzijn zoekt, zoekt tevergeefs. Desgevraagd liet het grootste pensioenfonds, het ABP, mij als klant in een mailtje weten dat ‘het onmogelijk [is] om op alle individuele voorkeuren in te spelen.’ Het staat er echt. Ook hier is nog een overtreffende trap. Gesteld dat het parlement bepaalde beleggingen bij wet zou verbieden, zo stelt het ABP verder, dan zal dat ‘voor ons reden zijn om ons beleid aan te passen.’ In hun eigen ogen zijn ze kennelijk de beroerdste niet. Misschien dat het parlement die handschoen kan oppakken? Want dat de pensioensector, ruim twee jaar ná publicatie van het KPMG-rapport, überhaupt nog niet aan een convenant begonnen is, wekt bij zo’n mentaliteit geen verbazing.
Treurig is het ondertussen wel. En saillant. Want, uiteraard, datzelfde ABP is hét pensioenfonds van de overheid. Dat de overheid een bedrijf waar het zo’n klant van is toestaat haar eigen convenantenbeleid te ondermijnen, geeft, zachtjes uitgedrukt, geen blijk van durf, daadkracht en due diligence. Het is helaas lang niet het enige punt waarop het ‘ten volle rekening houden met dierenwelzijn’ bij het ontwikkelen van beleid een wassen neus is. Ondanks alle mooie woorden, ondanks alle beloften, blijft de positie van dieren in de BV Nederland uiterst precair.