De SP is toe aan meer burgemeesters. Elke SP’er die er geschikt voor is, kan burgemeester worden. Dat zegt oud SP-leider Emile Roemer, tot nu toe de enige burgemeester afkomstig uit de SP, in de podcast Betrouwbare Bronnen. “Je moet vooral de rol van burgervader in je hebben. Dat moet je kunnen en dat moet geloofwaardig zijn. Dat is het allerbelangrijkste. Als iemand in de SP denkt: die burgemeestersvacature in die gemeente lijkt mij wel wat, dan zal ik hem of haar absoluut adviseren of hij er geknipt voor is.”
Volgens Roemer passen SP-burgemeesters bij de ontwikkelingsfase waar de SP nu in zit. “We hebben heel lang – ik voorop – gezegd: daar ligt niet onze prioriteit, laten we beginnen met het opleiden van goede afdelingsbestuurders en wethouders. Elke keer kwam er een stapje bij.” De partij leverde inmiddels tientallen wethouders en provinciebestuurders. De principiële reden om geen burgemeesters te leveren is voor de SP vervallen sinds de gemeenteraad feitelijk de burgemeester kiest.
Na zijn vertrek als fractievoorzitter in de Tweede Kamer was Roemer tweeënhalf jaar waarnemend burgemeester in het Zuid-Limburgse Heerlen. Sinds 1 oktober is hij waarnemend burgemeester in Alkmaar. “Iemand moet de eerste zijn”, zegt hij. In Heerlen is de SP al jaren als grootste partij dominant aanwezig in het stadsbestuur. Volgens Roemer legde dat de lat voor hem extra hoog: hij moest laten zien dat hij echt boven de partijen stond.
Roemer vindt dat geschikte SP’ers ook kunnen solliciteren naar de functie van commissaris van de koning. “Ik zou niet weten waarom niet. Als je geschikt bent als burgemeester, dan ben je ook geschikt als commissaris van de koning. Als een SP’er het overweegt, wil ik hem of haar daar ook best over adviseren.”
In de podcast praat Roemer enthousiast over het burgemeesterschap. Hij lijkt als burgemeester zijn roeping te hebben gevonden. Bij de komende Tweede-Kamerverkiezingen is hij lijstduwer, maar hij wil niet terug naar het Binnenhof. Volgens hem wordt Den Haag gedomineerd door ‘de waan van de dag’. “Dat was in mijn tijd ook al. Dan kwam er een groot debat aan en in de media stond dan waar het over zou gaan. Dan dacht ik: ja maar dat is het eigenlijk niet, je moet naar de ideologische bron, dáár moet het over gaan. Dan hield ik een prachtig ideologisch verhaal, maar in de krant of in het Journaal werd iedereen geciteerd behalve Emile Roemer.”