In de kabinetsformatie moet je eerst bepalen welke belangrijke opdrachten je voor de komende vier jaar en daarna hebt. Het is een grote fout dat al aan het begin van de formatie is gesproken over personen. Dat zegt Jet Bussemaker (PvdA), oud-minister van Onderwijs en voormalig staatssecretaris van Volksgezondheid in de podcast Betrouwbare Bronnen. “Je moet beginnen bij de grote opdrachten waar Nederland voor staat. Dat vergt een heel andere manier van formeren.”
Volgens Bussemaker moeten de partijen die met elkaar aan tafel gaan, praten over ‘missies’. “Eén missie is heel duidelijk: het tegengaan van klimaatverandering. Een andere missie is het verminderen van de complexe ongelijkheid. De kloof tussen de burger en overheidsorganisaties. En de uitvoerbaarheid.”
Bussemaker vindt dat je pas na het formuleren van die missies moet kijken hoe en door wie ze worden uitgevoerd. “Het zijn mega-opdrachten die over de departementen heen gaan. Welke kennis en ervaring heb je nodig? Het moet vanuit de inhoud en misschien moet je dan een aantal bestaande ministeries wel opheffen.”
De bestaande departementale structuren en de ministers die erover gaan, houden heel veel vernieuwing tegen, zegt Bussemaker. “Je moet terreinen met elkaar verbinden. Als je nou echt iets wilt doen aan ongelijkheidsbestrijding, gelijke kansen, dan moet je ministeries als Onderwijs, Sociale Zaken en Volksgezondheid het voortouw geven om daar een missie op te organiseren. Dit vereist een andere manier van denken over hoe je je beleid vormgeeft. Problemen die we door corona nu heel goed zien, zijn voor een groot deel samenlevingsproblemen. Bijvoorbeeld: gezondheid en schuldenproblematiek. Dat hangt samen. Bij de Verenigde Naties heb je de duurzame ontwikkelingsdoelen. Die zou je kunnen vertalen naar missies voor een nieuw kabinet en daar moet je de uitvoering bij organiseren. Als je de dienstverlening wil verbeteren, moet je een heleboel uitvoerders bij elkaar zetten: DUO van OCW, de SVB van SZW, de belastingdienst van Financiën, het COA. Je gaat het dan heel anders aanpakken.”
In de Nederlandse politiek is het financieel-economisch denken te dominant geworden, waarschuwt ze. “De rol van Financiën en de modellen van het Centraal Planbureau. Begin ook om die reden niet meteen met het financieel-economische motorblok, maar met de vraag: wat zijn nu echt de uitdagingen waar wij voor staan.”
Volgens Bussemaker is het onderlinge vertrouwen in de eerste fase van de kabinetsformatie ernstig geschonden. “Ook om dat vertrouwen terug te winnen moet je op een andere manier gaan kijken.” Ze beaamt dat dit voor VVD-leider Mark Rutte lastig kan zijn, gewend als hij is aan zijn manager-stijl. “Maar ja, soms moet je jezelf in de politiek opnieuw uitvinden.”
Uit eigen ervaring relativeert ze het belang van een regeerakkoord. “Zo’n akkoord is ook heel snel weer weg. Als minister heb ik de meeste tijd besteed aan wat gewoon op mijn weg kwam.” Een andere les die ze geleerd heeft: “Dingen écht veranderen is vaak moeilijk.” Bussemaker dacht als staatssecretaris van Volksgezondheid de vijfminutenregistratie in de thuiszorg te hebben afgeschaft. Tot ze, ruim tien jaar later, op de radio minister Hugo de Jonge hoorde zeggen dat hij dat ging doen. Ze kneep zich in de arm: “Hoor ik dit wel goed?” Het bleek dat allerlei bij de thuiszorg betrokken organisaties al die tijd verandering hadden tegengehouden. “Dit soort stroperigheid leidt ertoe dat mensen niet meer in de zorg willen werken. En ook niet in het onderwijs.”