Oud-Kamervoorzitter Khadija Arib (PvdA) eist formeel inzage in de beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag en alle relevante documenten die daarbij horen. Dat meldt de Volkskrant. Daarbij horen ook de "twee anonieme brieven die door Vera Bergkamp en oud-griffier Simone Roos zijn verzameld om dit onderzoek te legitimeren", laat Arib desgevraagd aan het ANP weten.
Bergkamp heeft Arib na de vorige Kamerverkiezingen als voorzitter van de Tweede Kamer opgevolgd. In september 2022 besloot het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer, het presidium, een onderzoek in te stellen naar mogelijk grensoverschrijdend gedrag door Arib in de tijd dat zij Kamervoorzitter was. Op basis van anonieme brieven die daarover waren binnengekomen, is unaniem tot een onderzoek besloten. Arib zei zondag in het tv-programma Zomergasten dat ze nog steeds niet weet waarvan ze precies wordt beschuldigd.
De Volkskrant schrijft:
De gedelegeerd opdrachtgevers, die door Bergkamp zijn aangesteld om erop toe te zien dat het onderzoek goed verloopt, hebben in april nog aangegeven dat zij de twee anonieme brieven waarin de beschuldigingen staan niet willen delen met Arib en ook niet ‘van wie die brieven afkomstig zijn’. In plaats daarvan willen de opdrachtgevers alleen ‘mondeling en op locatie toelichten’ waar de beschuldigingen over zouden gaan. Ook verzoeken om andere relevante documenten te verstrekken zijn geweigerd.
Het is niet duidelijk of Arib een termijn heeft gesteld waarop ze de documenten alsnog in handen wil hebben en welke stappen ze zal ondernemen als er geen gehoor aan haar verzoek wordt gegeven. Arib laat zich bijstaan door de advocaten Geert-Jan en Carry Knoops. Het onderzoek wordt uitgevoerd door recherchebureau Hoffmann. 'Ik heb recht op volledige informatie’, zegt Arib. ‘Ik wil daarover zelf kunnen beschikken en er ook met mijn advocaten over kunnen overleggen. Mondelinge mededelingen van de onderzoekers over wat er in zou staan, volstaan niet. De anonieme brieven gaan al een jaar rond en zijn al in bezit van de media. Waarom zou ik die niet mogen krijgen?’