Oud-informateur Kim Putters is niet onverdeeld gelukkig met het ultrarechtse kabinet dat hij zelf heeft helpen vormgeven. Dat bleek bij zijn installatie als hoogleraar aan de Tilburgse Universiteit.
In zijn inaugurele rede haalde Putters diverse malen uit naar het kabinet, schrijft De Stentor. Putters hekelde onder meer het gebrek aan ambitie bij de aanpak van de klimaatcrisis. “Het waren kleine opmerkingen in een breed verhaal over de verdeling van welvaart, maar het venijn kon de aula vol hoogleraren en bestuurders niet ontgaan. ,,Nu het kabinet Schoof nog”, schamperde de kersverse hoogleraar, toen hij vertelde over internationale waardering voor inspanningen om de welvaartsgroei ‘rechtvaardig’ te verdelen.”
Toen Geert Wilders en Ronald Plasterk afvielen als premier, werd Putters benaderd om het kabinet te leiden. De PvdA’er voelde daar echter niets voor. Uit zijn rede blijkt dat hij op verschillende punten teleurgesteld is in de kabinetsplannen – en vooral ook het gebrek daaraan.
Zo zei hij: “De Raad van State adviseerde in 2023 om de Rijksbegroting van een integrale brede welvaartsanalyse te voorzien en niet te blijven sturen op tal van losstaande indicatoren. De Raad had bij de start van een nieuw kabinet een startnota brede welvaart willen zien die van de samenhang uitgaat en plannen formuleert om door de beleidskokers heen te breken. Alleen dan pak je duurzaamheid en sociale ongelijkheid aan. Helaas is dit (nog) niet gebeurd bij het Kabinet Schoof, wat de urgentie ervan niet minder groot maakt.”
In de afsluiting van zijn toespraak liet Putters doorschemeren hoe een volgend kabinet er wat hem betreft moet uitzien. “Bij Rooms-Rood heb ik mij nog nooit ongemakkelijk gevoeld.” Nederland kende na de oorlog verscheidene kabinetten met de Katholieke Volkspartij (KVP, de belangrijkste voorganger van het CDA) en de PvdA. Misschien kan Putters zijn fout met Wilders-I rechtzetten door na de volgende verkiezingen een coalitie te smeden met Frans Timmermans en Henri Bontenbal.