De Hongaarse bevolking mag binnenkort zelf zeggen of ze vóór of tegen de antihomowetgeving is
De relatie tussen de EU en de regering van premier Viktor Orbán liet al veel te wensen over, maar sinds de ‘antihomowet’ in Hongarije van kracht werd is het helemaal mis. ‘Brussel’ verzet zich met hand en tand tegen deze wet, die het verbiedt jongeren tot achttien jaar van informatie te voorzien over homoseksualiteit en geslachtsverandering. Volgens Orbán en consorten om jongeren te ‘beschermen tegen propaganda’ hierover, maar volgens de grote meerderheid van de EU om homo’s te discrimineren.
De Europese Commissie probeert op allerlei manieren om de Hongaren de voet dwars te zetten. Ze dreigt onder meer met een gang naar de Europese rechter en het korten van subsidies. Orbán ziet dit als een kwalijke poging tot inmenging in zijn beleid. Hij heeft daarom een nieuwe stap gezet om zijn gelijk te bewijzen. Er komt een referendum, het favoriete wapen van demagogen.
De Hongaarse bevolking mag binnenkort zelf zeggen of ze vóór of tegen de antihomowetgeving is. Dat gebeurt aan de hand van vragen waarvan je – zacht gezegd – het objectieve karakter kunt betwisten. Zo moeten de Hongaarse kiesgerechtigden vertellen of zij het een goed idee vinden om hun bloedjes van kinderen te confronteren met de promotie van geslachtsverandering en andere vormen van lhbti-gedrag. Uit de vragen teken zich een duidelijke visie af op het verschijnsel homoseksualiteit: homo word je niet door erfelijkheid, aanleg of wat dan ook, maar doordat je in je vroege jeugd bent bedolven onder ‘propaganda’ voor alles wat Vies en Voos is.
Ik vermoed dat de volksraadpleging een groot succes gaat worden voor Orbán en zijn makkers, want wie is er nu tegen extra ‘kinderbescherming’? Mochten de Hongaren de omstreden wet onverhoopt toch afwijzen, dan zal – zo vermoed ik eveneens – de uitkomst zodanig worden verdraaid dat die toch een steun in de rug lijkt voor het kabinetsbeleid. Orbán kan dan vervolgens met nog meer kracht betogen dat de EU probeert de vurige wens van de Hongaarse bevolking te dwarsbomen. En dat ze zich dus opstelt als een wrede ‘kolonisator’.
Heel veel indruk op de buitenwacht zal dat argument wel niet maken. Hongarije is uit vrije wil lid geworden van de EU. Het land onderschrijft daarmee automatisch de normen en waarden van het Europese samenwerkingsverband. Mocht het die afwijzen dan weerhoudt niets de Hongaren ervan de EU te verlaten, zoals premier Mark Rutte al heeft geadviseerd.
Maar Orbán beschouwt het lidmaatschap van de EU uiteraard niet als een erkenning van het waardenmodel van dit gezelschap. ‘Brussel’ is voor hem een melkkoetje. Het moet ervoor zorgen dat jaarlijks de nodige miljarden in de Hongaarse overheidskas vloeien. En verder moet het zich overal buitenhouden. Het mag zich zeker niet bemoeien met zaken die alleen het Hongaarse volk aangaan, zoals de weerzin tegen die vuile flikkers… pardon… Nou ja, u begrijpt wel wat ik bedoel, vermoed ik.
Het Hongaarse volk moet overigens ook zijn plaats kennen. In april, bij de parlementsverkiezingen in hun land, moet het massaal stemmen op Fidesz, de partij van Orbán. Zou dat niet gebeuren, dan zou de reactie van de Hongaarse premier wel eens sterk kunnen lijken op die van de voormalige Amerikaanse president Donald Trump toen hij vorig jaar november de verkiezingen verloor: ‘The election was stolen’. Vermoed ik, hoor.