In Venezuela hebben politieke spanningen een kookpunt bereikt, nadat de oppositieleider en parlementsvoorzitter Juan Guaidó Márquez zichzelf tot president heeft uitgeroepen. Nadat hij op 11 januari al verklaarde de wettige interim-president te zijn en nieuwe verkiezingen te zullen uitschrijven – volgens de Venezolaanse grondwet mag de parlementsvoorzitter interim-president worden als er sprake is van machtsmisbruik of een machtsvacuüm – legde hij vandaag te midden van een van de massale demonstraties tegen het autoritaire regime van Nicolás Maduro de eed af. Kort daarna verklaarde de Verenigde Staten zijn interim-presidentschap te erkennen, op de voet gevolgd door Canada.
De vraag is nu vooral wat het leger gaat doen. Tot nu toe bleven zij achter Maduro staan. De oppositieleider weet zich gesteund door de Verenigde Staten, de EU en regionale landen van de zogeheten Lima-groep (met uitzondering van Mexico ) die het regime van Maduro veroordelen en de legitimiteit van de laatste verkiezingen betwijfelen. Guaidó was tot voor kort een relatief onbekende politicus van oppositiepartij Voluntad Popular, wiens leider Leopoldo López in 2014 een gevangenisstraf kreeg opgelegd nadat hij werd opgepakt bij een demonstratie. Sinds 2017 zit hij in huisarrest.
In aanloop naar de massademonstratie in de Venezolaanse hoofdstad Caracas zijn woensdag al vier doden gevallen bij botsingen tussen demonstranten en de veiligheidsdiensten. Ook in andere steden zijn duizenden mensen op de been. Venezuela is onder Maduro in een zware economische en humanitaire crisis terechtgekomen. Het IMF schat dat de inflatie dit jaar kan oplopen tot 10 miljoen procent. Al meer dan 23 miljoen Venezolanen sloegen op de vlucht wegens voedsel- en medicijnenschaarste.
De Venezolaans president heeft in reactie op het erkennen van het leiderschap van Guaidó besloten om alle diplomatieke banden met de VS te verbreken. Diplomatiek personeel krijgt 72 uur om het land te verlaten.